11 November 2008

One day like this a year’d see me right

Ze waren dit jaar één van de absolute hoogtepunten op Lowlands. De hele Grolsch-tent stond tijdens afsluiter ‘One Day Like This’ uit volle borst mee te zingen en te zwaaien met de vele uitgedeelde vlaggetjes. Behalve dit succes wist Elbow even later ook nog eens de befaamde Mercury Prize binnen te slepen met hun vierde album ‘The Seldom Seen Kid’. Reden te meer dus voor een uitgebreide tour door Nederland, die ze gisteravond in een uitverkocht Tivoli deed belanden.

De eerste persoon die deze avond het podium betreed is Guy Garvey zelf. Garvey, de zanger van Elbow, neemt de gelegenheid om het voorprogramma zelf aan te kondigen. Jesca Hoop verdient namelijk de aandacht van het publiek en dat wil hij even duidelijk maken. Jesca zelf blijkt er even later niet zoveel aan te toornen dat het publiek toch door haar hele optreden heen praat: wie wil luisteren, luistert toch wel. De singer-songwriter uit Californië begint alleen op het podium, zichzelf begeleidend op haar gitaar. Later wordt ze voor één nummer vocaal bijgestaan door door Guy Garvey zelf, wat ze zelf een hele prestatie vinden omdat ze het deze keer zonder giechelen weten te volbrengen. Het is wel duidelijk waarom ze één van de favoriete songwriters van de band is, maar het is wel echt muziek waar je voor in de stemming moet zijn. De rustige folk-georiënteerde nummers weten nou niet echt het publiek warm te stomen voor een band als Elbow, het wordt meer in slaap gesust (ware het niet dat het merendeel van het publiek het luisteren na het eerste nummer al op had gegeven).

Ondanks dat Elbow dit jaar pas echt lijkt door te breken bij het grote publiek, is de band al 18 (!) jaar bij elkaar, en dat is te merken. Er staat echt een hechte vriendengroep op het podium, en dat stralen ze, en dan vooral Guy Garvey, ook uit. Als hij dan ook een nummer aankondigt dat over het huwelijk gaat, draagt hij het op aan zijn ‘vrouw’, waarbij hij naar de bandleden om hem heen gebaard.

Ook al is de zaal tot de nok toe gevuld, je hebt het gevoel dat je er echt bij hoort en dat je iets speciaals mag aanschouwen. Guy Garvey neemt de tijd voor het publiek en wil bij bijna ieder nummer wel iets vertellen, of het nu over het nummer gaat of niet. Zo komen we er onder andere achter dat de drummer zijn rug en hand heeft geblesseerd. En wel op een heel rock ’n roll manier: respectievelijk bij het over een tafel leunen om een afstandsbediening te pakken en door een lekkende fles met warm water. Iedereen ziet hier de humor wel van in, inclusief Guy zelf. Het blijkt dan ook erg moeilijk om het volgende nummer ‘Newborn’ in te zetten (een serieus nummer dat over de dood gaat vertelt hij nog even) zonder in de lach te schieten. Met de hulp van het publiek lukt het uiteindelijk gelukkig wel.

Behalve met het vertellen van mooie verhaaltjes weet meneer Garvey het publiek ook te vermaken door te doen waarvoor iedereen is gekomen: zingen. Hij gaat er zelf helemaal in op, en brengt de nummers vaak heen en weer wiegend met gesloten ogen. Vooral nummers van het laatste album komen voorbij, maar aan oudere nummers is gelukkig ook geen gebrek. ‘Leaders of the Free World’ bijvoorbeeld, waarvan Guy Garvey aangeeft dat ze het waarschijnlijk na januari, wanneer Obama beëdigd wordt, niet meer kunnen spelen. Het is dus maar te hopen dat Obama de verwachtingen niet waarmaakt, en ze het wel gewoon kunnen blijven spelen.

De geweldige sfeer wordt nog eens onderstreept tijdens het nummer ‘Weather to Fly’. “Are we having the time of our lives?” zingt Guy Garvey waarna het publiek (na de uitleg dat dit een vraag is) volmondig toestemt. De afsluiter, en het hoogtepunt van de avond is uiteraard ‘One Day Like This’. Een enkel vlaggetje blijkt Lowlands te hebben overleefd, maar ook zonder blijft het een magisch nummer. Voordat ze echter dit nummer spelen, maakt Garvey even duidelijk dat ze wel van plan zijn een toegift te spelen. Maar alleen op één voorwaarde: het publiek moet een liedje zingen voor de band. Na enige discussie (geen religieuze of sport gerelateerde nummers ) wordt voor ‘By the Rivers of Babylon’ gekozen. En ongelooflijk als het misschien lijkt: het lukt ook nog. Even nadat Elbow het podium heeft verlaten klinkt het nummer door de zaal.

Op Lowlands was Elbow voor mij al een persoonlijk hoogtepunt. Vanavond in Tivoli gaan ze echter makkelijk over dat optreden heen. De intiemere setting zorgt voor een unieke sfeer en als hij de kans had, zou Guy Garvey iedereen persoonlijk willen bedanken voor het komen opdagen. De tekst van ‘One Day Like This’ lijkt dan ook de beste beschrijving van de avond: “One day like this a year’d see me right”.

31 October 2008

Blood Red Shoes nog lang niet klaar met Nederland!

Als er één band is die het afgelopen jaar veel te zien is geweest in Nederland is het wel Blood Red Shoes. Behalve festivals als London Calling, Pinkpop en Lowlands stonden ze ook al in menig poppodium. Van overkill is echter geen sprake, zeker getuige de uitverkochte zaal. Blood Red Shoes is gewoon zo'n band die je een keer live gezien moet hebben, en dus staat er weer een zaal gespannen op ze te wachten.

Het voorprogramma van de avond is het Britse Xcerts. Het trio zet een energiek optreden neer, maar krijgt met hun mix van emo en britpop het publiek niet echt mee: een lot dat wel meer voorprogramma's ondergaan hebben. De zanger doet erg sympathiek aan: hij bedankt het publiek keer op keer dat ze nu al zijn gekomen en lijkt het erg naar zijn zin te hebben. Het is dan ook de eerste keer dat ze op het vasteland van Europa spelen, en dat maakt schijnbaar een grote indruk op de heren. Indruk op het publiek maken ze met hun laatste nummer. Steven, de drummende helft van Blood Red Shoes, komt namelijk het podium opgelopen om hierbij een stukje mee te drummen. Het zorgt voor een vlammend einde van de korte set, dat Steven net even iets te lang rekt: hij stopt te laat met drummen, tot vermaak van de leden van Xcerts.

Het overgrote merendeel van de zaal heeft Blood Red Shoes dit jaar al gezien, de meeste waarschijnlijk zelfs meerdere keren. Aan Blood Red Shoes dus om de show toch spannend te houden en te zorgen dat iedereen een volgende keer weer terug komt. Om het interessant te houden, spelen ze al drie nieuwe nummers. De nummers zijn weinig vernieuwend en zouden zo op hun debuutalbum 'Box of Secrets' kunnen staan. Het publiek dat vanavond in Tivoli verzameld is lijkt dat niet te kunnen schelen, ze zijn de oude nummers nog lang niet moe en de nieuwe nummers worden dan ook met gejuich onthaald. Als het nog werkt, waarom zou je er dan iets aan veranderen?

In de huiskamersfeer die wordt opgewekt door twee staande lampen op het podium, wordt een set van 11 nummers afgewerkt. Laura-Mary en Steven hebben er zin in, en het publiek ook. De eerste stagedivers staan dan ook al snel op het podium. Steven wil er meer zien, de security niet, en dus is ook snel weer afgelopen met stagediven. Vooral Steven zoekt het contact met het publiek, al willigt hij een verzoekje om 'Stitch Me Back' niet in. Het duurt iets langer voor Laura-Mary ook een beetje los komt, maar deze keer is al veel vaker een glimlach op haar gezicht te zien dan toen ik ze zag in Doornroosje eerder dit jaar.

Een reden waarom Laura-Mary zich een beetje inhoudt, lijkt een verkoudheid te zijn. Tussen de nummers door loopt ze een beetje te hoesten. Het is echter niet terug te horen in de nummers. Zeker tijdens afsluiter 'ADHD' weet ze het publiek ervan te overtuigen dat er niet mis is met haar stem. 'I can't concentrate on anything at all!' schreeuwt ze de dan kolkende zaal toe, waar stagedivers inmiddels ook weer hun kans grijpen.

Voordat 'ADHD' als tweede encore wordt gespeeld, weet Blood Red Shoes nog te verrassen door een instrumentenwissel: Laura-Mary neemt plaats achter de drums en Steven laat zien dat hij ook gitaar kan spelen. Oké, hij is geen Jack White om het cliché maar meteen uit de kast te halen, maar het klinkt wel goed. En ook heel anders dan de rest van de nummers van het duo.

En dan komt er toch weer een einde aan het optreden van Blood Red Shoes. Zonder veel variatie en vernieuwends in de nummers zelf weten ze toch de aandacht van het publiek erbij te houden en toveren ze iedere zaal om in een kolkende, feestende mensenmassa. Blood Red Shoes is nog lang niet klaar met Nederland!

28 October 2008

The Pigeon Detectives op herhaling

Eerder dit jaar stonden ze al in een uitverkochte Melkweg en op Lowlands; vandaag en morgen zijn ze weer in ons land. In Utrecht vindt de start van de Europese tour van de Pigeon Detectives plaats, en je krijgt wat je van ze verwacht: de halve zaal staat op z'n kop en de slipjes en crowdsurfers vliegen door de lucht. De show heeft alleen wel erg veel weg van die in de Melkweg eerder dit jaar.

Het gebeurt niet vaak dat ik uitkijk naar het voorprogramma, maar vandaag is dat toch echt het geval. De band die vanavond mag openen komt namelijk, net zoals ik, uit Nijmegen. Nou ben ik normaal gesproken niet zo van het hele 'Support your local scene' gebeuren, maar over deze band heb ik zoveel positieve dingen gehoord dat ik het niet langer kan uitstellen ze een keer live te zien. De band waar ik het hier over heb is de Staat. Ze kregen het al voor elkaar om zonder een album, laat staan een EP of single, uitgebracht te hebben, het voorprogramma van dEUS in Engeland te mogen verzorgen (schijnbaar door het uitdelen van een button aan Tom Barman op Lowlands). Je hoort dan ook van alle kanten dat deze band wel eens heel groot zou kunnen worden. Na vanavond moet ik zeker beamen dat ze de potentie hebben. De donkere gitaargeoriënteerde rock van de Staat past beter bij dEUS dan bij the Pigeon Detectives, maar frontman Torre Florim weet met een overtuigend optreden toch het publiek voor zich te winnen. Op het laatste nummer van de set 'Wait for Evolution' wordt zelfs gedanst.

Maar daar komt het publiek vanavond niet voor, iedereen wil Pigeon Detectives (om maar eens even een songtitel te misbruiken). Het tweede album van de jongens 'Emergency', dat eerder dit jaar uitkwam, werd niet zo goed ontvangen als hun debuutalbum. Dat, en het feit dat dit jaar al eerder te zien waren in Nederland en nog in de Melkweg zullen spelen, heeft ervoor gezorgd dat ze zaal niet uitverkocht is. Op de voorste rijen is daar echter weinig van te merken: vanaf het eerste nummer gaat het publiek los en komt het niet meer stil te staan voordat zanger Matt Bowman dat ook doet (en dat doet hij niet vaak). Matt maakt er echte show van: het merendeel van de flesjes water belandt over het publiek, en de microfoon ziet alle kanten van het podium. Nu ¡Forward,Russia! gestopt is, is Matt waarschijnlijk kampioen in het microfoon gooien, al weet hij wel een paar keer te missen.

Dit trucje, en de hele stage performance van Matt lijkt jammer genoeg wel een routine te zijn geworden. Alles lijkt een exacte kopie te zijn van wat ze eerder dit jaar in de Melkweg deden, en er blijft weinig ruimte over voor spontaniteit. Gezien het enthousiasme van het publiek werkt dit trucje nu nog, maar hoe lang duurt het voor het echt gaat vervelen?

Nadat er bijna een uur voorbij is gegaan, verklaart zanger Matt dat ze nog nooit zo lang hebben gespeeld. Toegegeven, een setlist van wel 21 nummers is behoorlijk indrukwekkend; het afwerken van die lijst in iets meer dan een uur wat minder. Maar dat is misschien ook wel de kracht van Pigeon Detectives: korte, maar energieke en catchy nummers. Met deze setlist zal iedereen zijn of haar favoriete nummer wel voorbij hebben horen komen. Hoogtepunten blijven de nummers ‘Take Her Back’ en ‘I Found Out’ van het album ‘Wait For Me’, die massaal worden meegezongen en waarop menig crowdsurfer zijn/haar kans waagt.

The Pigeon Detectives doen wat je van ze verwacht: ze maken er een feestje van, de vraag is alleen hoe vaak je ditzelfde feestje kunt herhalen voor de feestvreugde voorbij is.

21 October 2008

Franse invasie in Nijmegen

M83 is een naam die je misschien niet veel zegt. Daar zal de komende tijd echter verandering in gaan komen. Behalve met het geweldige album 'Saturdays = Youth', hebben ze zichzelf namelijk ook in de schijnwerpers weten te zetten door het voorprogramma van Kings Of Leon te mogen verzorgen tijdens de komende tour in december. Het zal echter moeilijk zijn geweest om een band te vinden die een groter contrast vormt met Kings Of Leon dan de Franse band die toch voornamelijk electronica/shoegaze muziek maakt. Het zal in deze dan ook vooral de kwaliteit zijn de doorslag heeft gegeven.

De avond wordt geopend door het Belgische Yuko. De 4-koppige band speelt een soort rustige, herfstachtige muziek waar een frisse bries door waait die vanavond nog meer tot leven wordt geroepen door de airco die dankzij de nogal lege zaal goed te voelen is. Het draagt echter alleen maar bij aan het gevoel dat de muziek teweeg brengt. Wat betreft de muziek die ze maken zijn ze zeker niet uniek, de manier waarop weet echter wel de aandacht te trekken. Een keur aan 'instrumenten' passeert de revue. Wat te denken van een zaag, een koffiemolen of een stuk piepschuim? 'Do It Yourself' krijgt een bij de Belgen een hele nieuwe betekenis. Al met al laat de band een goede indruk achter, en is zeker het beluisteren nog eens waard.

Na de Belgische band, een band die nog iets verder uit het zuiden komt: M83. Nou ja, band, officieel bestaat M83 alleen uit Anthony Gonzalez, maar live wordt hij bijgestaan door een zangeres/toetseniste, gitarist en drummer. Zelf staat hij achter de knoppen (of in zijn geval een soort van doorzichtige 'Black Box'), zingt en speelt een akkoordje mee op gitaar. M83 heeft alweer 5 albums op zijn naam staan waarvan de laatste, 'Saturdays = Youth', eerder dit jaar uitkwam. Genoeg materiaal dus een avond mee te vullen.

Veel nummers die Anthony en consorten ten gehore brengen zijn afkomstig van het laatste album, zo komen de singles 'Kim & Jessie' en 'Graveyard Girl' voorbij. De oudere albums worden echter niet vergeten en komen ook voorbij. Ik moet hierbij jammer genoeg bekennen dat ik eigenlijk alleen het laatste album echt ken, dus bekend klinkt het voor mij niet. Overtuigend echter wel.

Behalve variatie in de verschillende albums, wordt ook gewisseld in het tempo. Rustige nummers waarbij je het liefst met je ogen dicht zou willen gaan staan wegdromen worden afgewisseld met dansbare up-tempo nummers die live wel iets weg lijken te hebben van een band als Cut Copy. Een voorbeeld daarvan is het nummer 'Couleurs' dat live tot grote hoogten stijgt. Dat hebben veel nummers in deze set: net dat beetje extra waardoor ze live beter tot hun recht komen dan op de plaat. Hoogtepunt wat dat betreft is het nummer 'Skin of the Night'. Het is weer een van de rustigere nummers, en duidelijk een van de favorieten van het publiek.

Als je Anthony iets zou moeten verwijten is het misschien dat hij vrij weinig contact maakt met het publiek. Maar dat is eigenlijk ook niet nodig: hij maakt contact door middel van zijn muziek. Toch weet hij het gebrek aan direct contact aan het einde van het concert goed te maken door het publiek met vele buigingen oprecht te bedanken voor haar aanwezigheid en enthousiasme. Wie durft hierna nog te beweren dat electronica kil is? En nu maar hopen dat ze snel weer terug naar Nederland komen, hopelijk samen met Kings of Leon.

3 October 2008

Haal je glowsticks maar weer tevoorschijn: Klaxons zijn terug!

Ze zijn er even tussenuit geweest om aan hun nieuwe album te werken, maar gisteren stonden de mannen van Klaxons voor het eerst sinds lange tijd weer in Nederland op het podium. Na het succes van hun debuutalbum ‘Myths of the Near Future’ en het bijna legendarische concert dat ze eerder in Paradiso gaven zijn de verwachtingen erg hooggespannen. Jammergenoeg weet niet de band, maar de zaal voor het grootste avontuur van de avond te zorgen.

Klaxons speelt namelijk in Watt, het nieuwe poppodium in Rotterdam. In korte tijd heeft Watt zich al op de kaart weten te zetten door behalve Klaxons ook grote namen als Franz Ferdinand, Elbow, en nu ook London Calling on Tour binnen te halen. Erg indrukwekkend allemaal, maar helaas valt de zaal in het echt wel wat tegen. Het begint al bij het binnen komen. Bij Watt geldt een leeftijdsgrens, je moet 18 zijn om binnen te komen. Als je jonger bent, mag je alleen onder begeleiding van een ouder iemand naar binnen, wat er weer toe leidt dat toch iedereen naar binnen mag. De controle lijkt alleen voor wat oponthoud bij de deur te leiden. Eenmaal voorbij de leeftijdscontrole, kom je bij de volgende controle aan: tassencontrole. En als je dat al een beetje ver vindt gaan staat je nog wat te wachten als je daarna ook nog eens gefouilleerd wordt. Het enige voordeel van al deze controles lijkt te zijn dat iedereen zo langzaam naar binnen druppelt dat er geen rij bij de garderobe ontstaat. Bij Klaxons is het aantal mensen dat op deze manier naar probeert te komen nog vrij beperkt aangezien de band in de Basement speelt. Toch duurt het een uur voor iedereen daadwerkelijk in de zaal staat; dat belooft wat voor Franz Ferdinand eind november.

Uiteindelijk staat iedereen dan toch in de Basement (wat ook echt een kelder blijkt te zijn inclusief steile trap en verwarmingsbuizen in het plafond) en kunnen Klaxons eindelijk beginnen. Verschillende mensen staan al met hun glowsticks in de aanslag, maar het aantal blijft deze keer zeer bescheiden. Zodra de mannen van Klaxons beginnen te spelen ontploft het voorste gedeelte van de zaal. De tweedeling waarbij alleen het voorste deel van de zaal helemaal los gaat blijft voor de rest van de show gehandhaafd. Af en toe vliegt er een glowstick door de lucht, maar de regen van neon van het Paradiso concert lijkt een mythe van het verleden te worden.

Het concert werd aangekondigd als een try-out voor het nieuwe materiaal van het album dat in 2009 uit zou moeten komen. Het nieuwe album zou een heel nieuw geluid ten tonele brengen, Klaxons zou willen breken met de sound van het vorige album. De set bevat slechts twee van deze nieuwe nummers, die toch erg in lijn lijken te liggen met de nummers van ‘Myths of the Near Future’. Er zijn na het debuutalbum bijna 2 jaar voorbij gegaan, dus er is wel enige vorm van ontwikkeling te horen in de nummers, maar of die ontwikkeling in de goede richting gaat is maar de vraag. De nummers klinken net iets gemakkelijker en meer mainstream dan de nummers van de debuutplaat: de neonglowstickglans lijkt ervan af. Gelukkig voor Klaxons was het grootste deel van het publiek ook over de glowsticks heen.

De rest van de set bestaat uit de hits van het vorige album, en dat staat natuurlijk gegarandeerd voor een feestje. Als de gierende synths van ‘Atlantis to Interzone’ al bij het tweede nummer inzetten weet je dat je voor in de zaal geen moment meer stil zal kunnen staan. Alle nummers komen voorbij: bij ‘Golden Skans’ wordt voluit meegezongen en ‘Magick’ en ‘Gravity’s Rainbow’ kunnen ook op het nodige enthousiasme rekenen.

Omdat ze gewoonweg een aantal instant hits op zak hebben weten Klaxons er een geslaagde avond van te maken. Het is echter nog maar de vraag of ze de aandacht die ze met hun eerste album hebben kunnen vergaren zonder de hype ook vast zullen kunnen houden.

2 October 2008

Golden Age for TV on the Radio aangebroken?

Het gebeurt niet vaak, maar soms komt er een album uit dat werkelijk overal goede kritieken krijgt. Een van die albums is het vorige week uitgekomen ‘Dear Science’ van TV on the Radio, een 5-koppige band uit New York. Met zo’n geweldig album op zak moet er natuurlijk getourd worden, en ze staan dan ook op 3 december in de Melkweg. Maar om hun nieuwe album nu al wat extra in de schijnwerpers te zetten, speelden ze gisteren een exclusieve show voor 3voor12.

En dan kun je natuurlijk niet verstek laten gaan. ‘Dear Science’ wordt in vrijwel elke review de hemel in geprezen, en zelfs de woorden ‘album van het jaar’ worden al zachtjes gefluisterd. Het album is het derde album van de band uit Brooklyn. Hun muziek laat zich misschien nog het beste omschrijven als experimentele funky indie rock. De vorige twee albums konden ook al op de nodige goede kritieken rekenen, maar waren net wat donkerder en minder toegankelijk dan hun laatste meesterwerk. Reden te meer voor 3voor12 om een exclusieve showcase te organiseren voor de Nederlandse fans. De populariteit van de band, die deze week ook te gast is bij Jools Holland, blijkt wel wanneer de gastenlijst binnen luttele minuten helemaal vol is.

En dan heb je als band natuurlijk wel veel te bewijzen. Een beetje schuchter lopen de bandleden dan ook het podium van de kleine studio op. Zodra het eerste nummer ‘Love Dog’ wordt ingezet, staat de band echter als een huis. Vooral tijdens het einde van dit nummer, als het werkelijk muisstil is in de zaal, blijkt hoe de band de hele zaal kan meezuigen in hun spel.

De band werkt een gevarieerde set af, met opvallend weinig nummers van het nieuwe album. Vooral de up tempo nummers komen live goed uit de verf. Zanger Tunde Adebimpe, die toch al moeilijk stil blijkt te kunnen blijven staan, beweegt bij deze nummers op zijn eigenzinnige manier over het podium.

Een van de hoogtepunten van de set is het nummer ‘Dancing Choose’, een van de meest aanstekelijke nummers op het album. Met de potentie om dagen in je hoofd te blijven hangen steekt dit nummer van wal met een makkelijk meeklapbaar intro dat live nog niet helemaal goed uit de verf komt. Misschien is het nummer nog niet bekend genoeg, of zorgen de alom aanwezige camera’s ervoor dat het publiek zich een beetje in houdt, maar ik had het gevoel dat er zeker bij dit nummer vooral wat betreft het publiek meer in had gezeten.
Tunde valt het halverwege het concert ook op dat het publiek wel erg keurig en stil is, een verwijt dat misschien wel terecht is, maar vooral als compliment voor de band op te vatten is. Wanneer lukt het een band nu nog gedurende het gehele concert de volledige aandacht van het publiek vast te houden?

De presentator van 3voor12 geeft voorafgaande aan het concert misschien wel beste de status van de band weer door te zeggen dat dit waarschijnlijk de laatste keer is dat je TV on the Radio in een kleine zaal zult zien. Na afloop van het concert kan ik dit alleen maar beamen.

27 August 2008

‘Hearts on fire’ voor Cut Copy

Met Lowlands achter de rug is er weer een einde gekomen aan het festivalseizoen: het clubseizoen kan weer beginnen! De echte grote namen laten nog even op zich wachten, maar goede muziek is altijd te vinden. Een voorbeeld daarvan is Cut Copy, een trio afkomstig uit Melbourne, Australië. Met hun alternatieve dance/electropop maken ze vanavond hun opwachting in een uitverkocht Rotown.

Eerder dit jaar speelden ze al in een bijna uitgestorven Paradiso. Hun nieuwe album ‘In Ghost Colours’, dat overal heel goed werd ontvangen, heeft hier vanavond echter verandering in weten te brengen: de zaal is helemaal uitverkocht. Nu is Rotown ook niet erg groot, maar er staat buiten toch al een rij voor de deuren opengaan. Voor mij is het de eerste keer dat ik in deze zaal kom, en ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast ben. Het ziet er zowaar licht en gezellig uit, in tegenstelling tot het donkere hol wat de gemiddelde concertzaal is.

Zodra Cut Copy begint te spelen is de omgeving echter totaal niet meer belangrijk. Ze knallen er meteen in met ‘Nobody Lost, Nobody Found’ van hun laatste album en weten daarmee al een paar mensen in beweging te krijgen. Het geluid klinkt jammergenoeg een beetje schraal, vooral de gitaren, maar dat deert de Aussies niet. Waar de geluidsinstallatie faalt, geven de drie heren (live overigens bijgestaan door een vierde persoon) ter compensatie wat meer van zichzelf. Tussen de nummers door wordt het publiek opgezweept mee te dansen op de muziek, maar of dat nodig is is nog maar de vraag aangezien het iedereen de nummers van achter naar voren uit zijn/haar hoofd lijkt te kennen.

De muziek danst heerlijk weg, maar natuurlijk hebben de heren ook een aantal singles in de kast liggen die het feestgedruis naar een nog hoger niveau tillen. ‘So Haunted’ komt als eerste aan de beurt, en ook al word je bij dit nummer nog eens extra aan het wat matige gitaargeluid herinnerd, het blijft een van de hoogtepunten. Ter afwisseling speelt zanger Dan Whitford op dit nummer mee op gitaar. Dat doet de zanger overigens goed: hij blijft niet de hele tijd achter z’n knoppen staan, maar loopt geregeld over het podium en lijkt zelf ook niet stil te kunnen blijven op de muziek.

Hoe verder de setlist vordert, hoe minder mensen in staat blijken stil te blijven staan. Het publiek verandert echt in een dansende massa als Cut Copy aankondigt ‘dance music’ te gaan spelen en een nummer van het eerste album ‘Bright Like Neon Love’ inzet. Snel genoeg volgt ook publiekslieveling ‘Lights and Music’ en kan het feestje echt niet meer stuk. Ze weten zelfs nog te verbazen met een geweldige live versie van ‘Future’, een nummer van het eerste album dat op plaat aardig klinkt maar live dankzij een geweldige baslijn wordt uitgebouwd tot een waar juweeltje.

Na een klein uurtje dat werkelijk voorbij is gevlogen verlaten de heren het podium, om snel alweer terug te keren om de set waardig af te sluiten met hun huidige single ‘Hearts on Fire’. Als Dan het nummer inzet met de woorden ‘There’s something in the air tonight’ weet je dat hij gelijk heeft. Iedereen grijpt de laatste kans aan om nog even los te gaan en dan is het avondje Cut Copy echt voorbij. Lege zalen zullen ze in Nederland niet meer tegenkomen.

4 July 2008

Xavier Rudd brengt de zomer naar je toe!

Didgeridoos, gitaren, drums, djembés, mondharmonica en natuurlijk zang. Als je denkt dat ik hier een hele band beschrijf heb je het mis. Al deze instrumenten, en nog enkele meer, worden namelijk allemaal door 1 en dezelfde man bespeelt, en ook nog eens tegelijkertijd. Zo ongelooflijk als dit klinkt, is het live ook. Xavier Rudd weet Tivoli op de meest positieve manier te verrassen.

Het voorprogramma wordt verzorgd door Dearhunter. Omdat dit niet aangekondigd was, is de zaal al behoorlijk gevuld als hij opkomt, ook tot zijn eigen verrassing. Dearhunter maakt makkelijk in het gehoor liggende popliedjes, waarbij hij zichzelf begeleidt op gitaar en keyboard. Misschien zijn de nummers net iets te makkelijk, want de aandacht van het publiek weet hij, op een enkeling na, niet vast te houden. Wel weet hij nog te vertellen dat zijn eerste album in september uit zal komen.

Dan is het tijd voor de man van de avond. Gekleed alsof hij recht uit de outback komt, loopt Xavier Rudd op blote voeten het podium op. Voor hij plaats neemt achter zijn stellage van instrumenten loopt hij even langs het publiek zodat iedereen hem toch een keer goed heeft kunnen zien. Als hij dan eenmaal plaats heeft genomen, kan het feest ook beginnen. Het eerste nummer is meteen raak: didgeridoomuziek die je bijna dance zou kunnen noemen. Als je de muziek hoort vraag je je echt af hoe hij het in hemelsnaam voor elkaar krijgt om toch met gewoon 2 armen en 2 benen al dat geluid te bewerkstelligen.

Na het openingsnummer maken we even een uitstapje van de outback van Australië naar Jamaica. Reggae is namelijk een genre dat Xavier Rudd ook beheerst. Behalve reggae invloeden, zijn er ook blues/rock invloeden terug te vinden in zijn muziek, die zich vooral uiten tijdens de nummers waarin hij zijn slide guitar erbij pakt (wat kan deze man niet?). Voor ieder wat wils dus.

Omdat hij inmiddels toch wel erg veel instrumenten om zich heen heeft verzameld, wordt hij begeleid door een drummer. Hoewel de avond om Xavier Rudd draait, krijgt deze drummer ook zijn moment tijdens een drumsolo waarin hij de aandacht krijgt die hij verdient. De twee lijken elkaar perfect aan te voelen en hebben aan één blik genoeg om duidelijk te maken welke kant ze op willen met een nummer. Veel van de nummers eindigen dan ook met een tempoversnelling waar beide heren helemaal in op gaan en de zaal op uit zijn dak kan gaan.

Iedereen die aanwezig is in Tivoli lijkt te genieten van het geweldige optreden, Xavier Rudd zelf misschien nog wel het meest. Bij ieder nummer is de reactie van het publiek weer overweldigend en als hij even niet zingt, didgeridoo of mondharmonica speelt is de lach dan ook niet van zijn gezicht te krijgen. Een toegift kan dan natuurlijk niet uitblijven, en dan wil je ook iets speciaals doen. Zonder zijn arsenaal aan instrumenten, met ‘slechts’ zijn gitaar, begint Xavier aan zijn toegift. Ook zonder alle poespas weet Xavier zijn nummers neer te zetten. De afsluiter van de set moet een nummer worden waar nog een banjospeler bij wordt gehaald, een instrument dat we nog niet hadden gezien. Ook hier geeft Xavier even de spotlight aan een ander, wat weer volkomen terecht blijkt te zijn. Verschillende keren lijken ze aan het einde van het nummer te zijn gekomen, maar iedere keer komt er weer een tempoversnelling en gaat nummer, gelukkig, weer verder. Als er dan uiteindelijk toch een einde aan komt, heeft Xavier nog een plannetje. De drummer is al bijna weggelopen, maar wordt nog overgehaald om even te blijven zitten. Als dan even later de akkoorden van ‘Let it be’ worden ingezet, kan de avond echt niet meer stuk. Nog even lekker allemaal meezingen met de vriendelijke Aussie, van wie je na dit optreden wel moet gaan houden.

Ter afsluiting wordt het publiek na dit nummer nog op traditionele wijze bedankt door de zanger en met een geweldig applaus verlaat hij na anderhalf uur toch echt het podium.

Xavier Rudd weet met zijn geweldige spel en verrassende muziek de harten van iedereen in Tivoli te veroveren en de hele zaal waant zich voor even in het zonnige Australië. Nu kan de zomer echt gaan beginnen!

17 June 2008

Alphabeat onfascinerend in Nijmegen

Lekker makkelijk, die titel. Net als de muziek van Alphabeat. ‘We are Alphabeat, and we make pop music,’ verkondigt zanger Anders van de zeskoppige Deense band dan ook na het eerste nummer. Met een hitje op zak in de vorm van het nummer ‘Fascination’ weten ze de zaal beter dan verwacht te vullen. Het woord fascinatie blijft echter niet aan je lippen hangen in het uur dat Alphabeat in Doornroosje speelt.

Hoewel Alphabeat aardig wat aandacht heeft weten te krijgen de laatste tijd, zijn ze toch niet de grootste aandachtstrekker van de avond. Voor het voorprogramma, The Hot Stewards, is zowaar een hele cameraploeg uitgetrokken. Deze media-aandacht hebben echter niet verdiend doordat ze geweldige muziek maken: met hun overschot aan zweetbandjes en iets te strakke skinny jeans geven ze al te kennen zichzelf niet al te serieus te nemen. Nee, de heren van The Hot Stewards lijken mogelijk een van de deelnemers aan het RTL programma dat een Idols voor een rockband moet worden. Want ook staan (de waarschijnlijke presentatoren) Dennis Weening en Edwin Jansen (wie kent hem nog?) inclusief cameraploeg langs de kant te kijken. Het management van de band weet echter te vertellen dat de cameraploeg om andere redenen aanwezig is en The Hot Stewards NIKS met het programma te maken heeft.

The Hot Stewards zelf lijken van de kans gebruik te maken en maken er een feestje van in de goed gevulde zaal. Doordat ze alleen covers spelen kan de hele zaal meteen meezingen en springen, en dat gebeurd dan ook massaal. Het feesten-en-partijen-band-gehalte is echter iets te hoog om de heren serieus te nemen.

Dan de band van de avond. Voor wie ze nog niet kent: neem Scissor Sisters, doe de zang een octaaf lager, veil de scherpe randjes weg en je hebt Alphabeat. Dat de scherpe randjes missen bij deze band is op zichzelf niet slecht: dat mag bij popmuziek, maar je moet de aandacht dan wel op een andere manier zien vast te houden. Wat betreft de zang lukt dat wel. De band maakt veel gebruik van samenzang, maar de meeste nummers worden gezongen door Anders of Stine. Vooral Stine heeft een stem die goed in het gehoor ligt, en de zang is dan ook een van de sterkste punten van de band.
Wat de twee vocalisten betreft: het zal moeilijk zijn een duo met een groter contrast te vinden. Waar Stine slechts twee danspasjes lijkt te kennen (dansen met je handen naar beneden en met je handen op heuphoogte), stuitert Anders over het podium alsof de muziek hem in hogere sferen brengt. Af en toe is het gewoon verbazingwekkend dat de man nog rechtop weet te blijven staan als je hem bezig ziet.

Het optreden van Anders is jammer genoeg een van de weinige dingen die weten te fascineren. Het overmatig gebruik van synthesizers breekt de band halverwege het optreden een beetje op, en alleen de echte fans die de nummers woord voor woord kunnen meezingen gaan op in de muziek. Gelukkig voor de band is dit toch een redelijk grote groep, waardoor ze niet helemaal door het ijs zakken.
Ook tekstueel gezien mist Alphabeat de scherpte van Scissor Sisters. Ze proberen het wel even in het nummer Rubber Boots (You should always wear rubber, always wear rubber), maar verder dan een enkel woordgrapje komen ze niet.

Vooral bij de Sugababes cover ‘Push The Button’ wordt de muur van synthesizer geluid iets teveel van het goede. Voeg daaraan toe dat Stine bij dit nummer wel erg staccato zingt (als je erop gaat letten kun je je er echt enorm aan irriteren, probeer het maar eens bij Kate Nash), en je begint wel erg te verlangen naar het einde van de set. Gelukkig volgt die dan ook snel. Na een lang intro wordt eindelijk ‘Fascination’ ingezet, dat zelf niet veel langer is dan het intro. Het publiek dat de hele avond op dit nummer heeft staan te wachten krijgt eindelijk waar het op stond te wachten, en kan daarna meteen zonder toegift naar huis.

Alphabeat is leuk voor even, een single of twee.. Maar na langer dan ‘Fascination’ en nieuwe single ‘10,000 Nights’ weten ze zeker live niet te boeien.

14 May 2008

dEUS - Vantage Point

Reserveer maar een plekje bovenaan de Belgische hitlijsten: dEUS heeft weer een nieuw album uit. Vantage Point is alweer het vijfde album van de Vlaamse band, en het is de eerste keer dat een album in dezelfde bezetting werd opgenomen als het vorige album. Het album is eigenlijk iets te zwaar en donker om met dit weer op te zetten, maar toch zeker de moeite waard!

Vantage Point laat zich moeilijk vertalen in het Nederlands. Het is op te vatten als een punt of plek die een goed overzicht of perspectief biedt. Het is echter geen album waarop Tom Barman, zanger en tekstschrijver, uitgebreid terugblikt op zijn leven. Zelfreflectie komt wel aan de orde, maar ook heeft Barman kritiek op de maatschappij, vooral in afsluiter ‘Popular Culture’, en zijn er nummers zonder zware thema’s. Waren het op de vorige albums nog vooral Tom Barman en gitarist Mauro Pawlowski die de nummers schreven, op dit album zijn veel nummers door de hele band geschreven. De muziek dan, Tom Barman blijft verantwoordelijk voor de teksten.
Het album begint met het sterke nummer ‘When She Comes Down’. De gejaagde vocalen van Tom Barman zorgen ervoor dat het meteen als een typisch dEUS-nummer klinkt. In combinatie met een sterk refrein dat zorgt voor de nodige rust in het nummer is de toon voor het album meteen gezet. Het tempo blijft hoog bij het volgende nummer ‘Oh Your God’, waarin Tom Barman nog gejaagder klinkt en de gitaren de overhand krijgen. Na deze twee nummers is het tijd om wat gas terug te nemen voor ‘Eternal Woman’, waarbij dEUS wordt bijgestaan door Lies Lorquet van Mintzkov. Het nummer is een rustpunt op het album, maar zonder het momentum van de vorige twee nummers te verliezen.

Het vierde nummer ‘Favourite Game’ is het meest rock & roll van alle nummers op het album. Het begint met een drijvende bas die het hele nummer aanhoudt en het nummer lijkt aan te sturen. Vanaf het begin van het nummer voel je de spanning steeds verder opbouwen, en je voelt een grote finale aankomen. Een finale heeft het nummer, maar op het album is deze niet groots. De potentie is er echter wel om er live een geweldig nummer van te maken.

Dan volgen de twee nummers die al als single zijn uitgebracht: ‘Slow’ en ‘The Architect’. Slow is een sterk nummer met gastvocalen van Karin Dreijer Andersson van The Knife en sterke samenzang van dEUS. Het nummer klinkt net wat elektronischer dan het standaard dEUS nummer, en weet daardoor te boeien. ‘The Architect’ is wat mij betreft het beste nummer van het album. Het nummer gaat over de architect die het flatgebouw heeft bedacht, maar is ondanks dit misschien wat vreemde thema erg toegankelijk.

Na deze twee hoogtepunten van het album, zakt het album een beetje in. Bij de drie nummers die volgen is het moeilijk om je aandacht er nog bij te houden. Werd je bij de vorige nummers nog verrast door sterke refreinen of samenzang, hier lijkt dEUS te compenseren en voor een paar standaard nummers te hebben gekozen. Tekstueel gezien zijn de nummers wel sterk (‘We like the attention, but we hate to be judged’ – Is A Robot), maar zonder een goede muzikale begeleiding missen de nummers toch iets.

De afsluiter van het album ‘Popular Culture’ mag er wel weer zijn. Het nummer is een aanklacht tegen de ‘popular culture’, waar iedereen bij probeert te horen, maar waarbij wij (Belgen, Nederlanders) altijd achter lijken te lopen omdat we niet in The States wonen (‘If you don’t come from the States, you will always be late to be in popular culture’). Het feit dat juist bij dit nummer een kinderkoor wordt ingezet, geeft het nummer net dat beetje extra waardoor het een waardige afsluiter wordt.

Vantage Point is een album dat moet groeien. Na een eerste luisterbeurt springen een aantal nummers (Favourite Game, Slow, The Architect) er meteen uit, maar na het album de tijd te hebben gegeven beginnen bijna alle nummers hun eigen leven te leiden. Het is geen album om gezellig op de achtergrond op te zetten, zeker niet met dit weer, maar wel zeker een keer het beluisteren waard.

Track list ‘Vantage Point’:
1. When She Comes Down
2. Oh Your God
3. Eternal Woman
4. Favourite Game
5. Slow
6. The Architect
7. Is A Robot
8. Smokers Reflect
9. The Vanishing Of Maria Schneider
10. Popular Culture

5 May 2008

MGMT bewijst zichzelf

Twee maanden geleden stond MGMT al in de kleine zaal van Paradiso, vanavond staan ze voor een uitverkocht Doornroosje. Of ze er in die twee maanden op vooruit zijn gegaan mogen we ontdekken in een bijna anderhalf uur durende set waarin het hele album voorbij komt. En wat zijn ze gegroeid in die korte tijd!

Florence and the Machine openen voor MGMT. Zodra Florence het podium op komt gedanst in een jurk die van het bloemetjesgordijn van haar oma zou kunnen zijn gemaakt is de toon gezet. Als ze dan ook nog begint te zingen ben ik meteen verkocht. En dat is nog voor ze haar cover van het Cold War Kids nummer ‘Hospital Beds’ inzet. Het hele optreden lang danst ze over het podium en drumt ook nog wat mee. Het enthousiasme spat er van af. Aan het eind van de set geeft ze haar zelfgemaakte bloemenketting nog weg.

De zaal is goed vol als MGMT het podium opkomt. MGMT bestaat eigenlijk maar uit twee personen, maar live staan ze met z’n vijven op het podium. Ten opzichte van hun optreden in Paradiso heeft er een kleine verandering plaatsgevonden: de drummer is nu gitarist, en er is een nieuwe drummer voor in de plaats gekomen. Dit doet hun stage performance veel goed: in tegenstelling tot Andrew VanWyngarden en Ben Goldwasser gaat deze man namelijk vanaf het begin helemaal op in de muziek.

Een groot deel van het publiek lijkt te zijn afgekomen op de single ‘Time To Pretend’ die inmiddels een bescheiden hitje is geworden. De mensen die zijn afgekomen op de elektronische sound van MGMT komen echter bedrogen uit: live is MGMT een echte gitaarband. En dat maken ze vanaf het eerste nummer ‘Weekend Wars’ duidelijk. Er wordt natuurlijk uitgebreid gebruikt gemaakt van de synthesizer, maar het gitaargeweld overwint dit geluid met gemak. Behalve meer gitaren in de nummers, spelen ze ook lange intro’s en outro’s die zeker iets toevoegen aan het optreden. In Paradiso deden ze dit ook al, maar nu met de drummer op gitaar komen deze gitaarsolo’s nog meer tot hun recht.

Halverwege het optreden, als Andrew de bloemetjesketting van Florence aan zijn gitaar heeft gehangen, lijkt hij wat meer los te komen. Als dan langzaamaan ook meer mensen in het publiek gaan meebewegen op de muziek lijkt hij zich steeds zekerder te gaan voelen en begint hij ook echt op te treden in plaats van alleen muziek te maken. Hij kan zelfs lachen als hij ziet dat ‘Electric Feel’ vol overgave wordt meegezongen door een groepje meisjes voor het podium.Vooral dankzij het publiek wordt dit nummer het hoogtepunt van de set. Na dit nummer spelen ze nog een b-kant, die niet op al te veel enthousiasme kan rekenen.

Natuurlijk komen ze nog terug voor een encore, en wat voor een! Net als in Paradiso beginnen ze de encore met een instrumenten wissel. De gitarist, die in Paradiso nog drummer was, blijkt ook nog te kunnen gaan met synthesizers. Ben Goldwasser neemt voor één nummer de gitaar voor zijn rekening. Ze verrassen het publiek met een cover van Cyndi Lauper: Girls Just Wanna Have Fun. Goed, Andrew heeft een spiekbriefje nodig voor de tekst en staat met zijn rug naar het publiek te dansen, maar hij danst wel! De avond sluiten ze af met soort karaoke-versie van ‘Kids’. Twee van de drie bandleden verlaten het podium, ze zetten de achtergrond muziek aan, en Andrew en Ben zingen het nummer terwijl de gitarist/drummer/toetsenist nog een stukje meespeelt op zijn gitaar. Nu Ben naast hem staat lijkt Andrew zich eindelijk helemaal te geven, en krijgt het optreden het einde dat het verdient.

Vanaf het begin van het optreden was de sound van de band perfect, het duurde alleen even voordat ze zelf ook lieten blijken te genieten van het optreden. Met iemand als Florence in hun voorprogramma, richten ze wel de aandacht op hun, wat mij betreft, enige zwakke punt: hun stage performance. In twee maanden tijd zijn ze echter al erg gegroeid, en ik ben benieuwd hoe ver ze nog door zullen groeien.

1 May 2008

London Calling Queensday

Koninginnedag hoor je in de hoofdstad te vieren. Terwijl de grote meute op het Museumplein te vinden is om Jan Smit weer te horen zingen (ja, hij heeft zijn stem weer terug…), komen de echte muziekliefhebbers een stukje verder bij elkaar voor de 3e dag van London Calling: London Calling goed Queensday!

Voor mij begint het festival met Peggy Sue and the Pirates. De twee dames uit Brighton komen een beetje verlegen het podium van een halfgevulde kleine zaal opgelopen. Die verlegenheid verdwijnt echter als sneeuw voor de zon wanneer ze beginnen te zingen. Begeleidt door slechts een akoestische gitaar en verschillende meegebrachte attributen brengen ze het publiek dat al wel aanwezig is in vervoering. De nummers doen een beetje denken aan Kate Nash, maar dan met wat meer venijn. Dat komt vooral goed naar voren in het nummer ‘Television’.

Dan op naar Cheeky Cheeky and the Nosebleeds die het programma in de grote zaal openen. De zaal is nog niet half gevuld, maar dat deert de 5 heren niet. Van het begin af aan gaat vooral de zanger er echt voor. Er ontstaat zelfs een bescheiden pit: niet alleen kwam omvang, maar ook wat betreft het gedrag. De fotografen voor het podium worden door de fanatiekelingen ontzien. En een fanatiekeling moet je wel zijn om te pitten op de muziek van deze band. Al na een paar nummers begint alles op elkaar te lijken. De energieke en vrolijke muziek van Cheeky Cheeky and the Nosebleeds weet zelf de pit niet meer te boeien, die daarom maar overgaan op een stage invasion om zichzelf bezig te houden. Leuk als voorprogramma voor ¡Forward Russia!, maar meer ook niet.

Want dat is de volgende band die zijn opwachting maakt in de grote zaal. Het viertal uit Leeds heeft net een nieuw album uit: Life Processes. Maar eigenlijk moet je ¡Forward Russia! niet van een album horen, maar gewoon live. Vanaf de eerste noot van ‘Thirteen’ waarmee ze hun set openen stuift zanger Tom over het podium. De microfoonstandaard wordt alleen gebruikt als hij zijn handen even vrij moet hebben om wat te drinken; de rest van het optreden vliegt de microfoon door de lucht en om zijn nek. Het inmiddels toegestroomde publiek gaat mee in het enthousiasme van de zanger. En hoewel het erg onwaarschijnlijk klinkt wordt er door enkelen zelfs meegezongen met de nummers. Hoogtepunten van de set blijven de oude nummers als ‘Nine’, maar ook met de nieuwe nummers maken ze indruk. Zo bewijzen ze met hun afsluiter dat ze zelfs een rustig nummer kunnen brengen, al is het wel jammer dat ze dit als afsluiter doen.

Omdat Koninginnedag toch vooral een Nederlands feestje is, zijn op deze dag ook een aantal bandjes van eigen bodem gepland. The Stutters, Scram C Baby en Bettie Serveert. Van deze 3 zie ik alleen Bettie Serveert. Ze spelen in een goed gevulde kleine zaal. Het is wel meteen te merken dat Bettie Serveert eigenlijk niet thuis hoort op London Calling: de gemiddelde leeftijd vliegt omhoog en het publiek blijft het hele optreden lang stil staan. Niet dat dit een slecht iets is, maar of het op London Calling past is maar de vraag. Het is in ieder geval leuke muziek om even bij te komen van ¡Forward Russia! en je op te maken voor The Courteeners.

The Courteeners: ze stonden al op de voorpagina van NME en worden regelmatig genoemd als de opvolgers van Oasis. Thuis in Manchester staan ze al voor uitverkochte zalen, nu hebben ze de kans om ook Amsterdam te veroveren. Dat lukt ze echter niet. Al snel beginnen de nummers op elkaar te lijken en beginnen ze een beetje te vervelen. The Courteeners trekken zich daar echter niets van aan en blijven overtuigd door spelen. Op het moment dat de verveling echt lijkt toe te slaan weten ze echter iedereen weer bij de les te krijgen met de afsluiters ‘Not nineteen forever’ en ‘What took you so long’. Door deze singles lijken ze een bandje te zijn dat net wat meer in huis heeft dan het standaard britpop bandje. Als ze wat meer van dit soort nummers zouden schrijven, zouden ze het wel eens ver kunnen schoppen.

De afsluiters van de avond zijn The Young Knives. Omdat veel mensen de laatste trein nog moeten halen is de zaal weer een stuk leger, maar dat mag niet deren: de mensen die er nog zijn hebben er nog zin in! The Young Knives zijn met z’n drieën, en staan op het podium zo ver uit elkaar dat je je bijna afvraagt of ze wel bij elkaar horen. De postpunk die ze spelen slaat echter wel aan en ze zijn dan ook een waardige afsluiter van de avond. Een minpunt is dat de gitaar zo hard staat dat je soms alleen weet dat er gezongen wordt omdat je de mond van de zanger open en dicht ziet gaan. Omdat ook ik de trein nog moet halen, hoor ik hun single ‘Up all night’ vanuit de garderobe. Ja, niet iedereen kan de hele nacht opblijven.

16 April 2008

dEUS: en Hij zag dat het goed was

dEUS, in eigen land al jaren wereldberoemd, in Nederland geliefd bij een beperkt maar loyaal publiek. Daarom was ook dit concert dan ook binnen de kortste keren uitverkocht, net als de andere optredens van de Vlaamse band in Nederland. Golden die andere optredens nog als try-out, deze keer gaat dEUS er echt voor.

In het voorprogramma staat het Brusselse bandje The Black Box Revelation. Zoals wel meer bandjes de laatste tijd, bestaat The Black Box Revelation uit twee personen: een gitarist en een drummer. Hoewel ze nog erg jong zijn (16 en 18!), weten ze hun nummers wel te verkopen. Op Studio Brussel hebben ze zelfs al twee kleine hitjes gehad met ‘I Think I Like You’ en ‘Gravity Blues’. Zelf omschrijven ze hun muziek als Blues/Rock, zeker een keer het beluisteren waard! Minpunt van hun optreden is wel dat het geluidsniveau veel te hard is.

Het duurt even voordat dEUS het podium betreedt. Verschillende keren wordt de muziek zachter gedraaid (al zou dat ook aan mijn doofheid na The Black Box Revelation kunnen hebben gelegen), maar pas bij de 4e keer betreden de mannen van Tom Barman onder luid gejuich het podium.
Tom Barman lijkt er deze avond zin in te hebben, en als Tom Barman er zin in heeft, wordt het een goed optreden. Bij vlagen is het zelfs geweldig. De nummers van het nieuwe album ‘Vantage Point’, dat komende week uitkomt, liggen nog niet helemaal goed in het gehoor. De twee singles ‘Slow’ en ‘The Architect’ zijn echter al wel bekend bij het publiek. Het nummer ‘Slow’ waarbij Karin Dreijer Andersson op het album meezingt, is live iets minder. Dat komt vooral omdat door het gemis van de zangeres. In de live-versie wordt haar plaats ingenomen door de drummer. Het klinkt goed, maar mist toch net dat scherpe randje dat Karin toevoegt op de single-versie. ‘The Architect’ klinkt live echter geweldig. Het nummer lijkt zich meteen bij de rest van de klassiekers van dEUS te kunnen scharen.
“Op het podium is Tom Barman god”

Behalve nummers van het nieuwe album worden natuurlijk een aantal oudere nummers afgewerkt zoals ‘Roses’ en mijn persoonlijke favoriet ‘What We Talk About’. Op een enkeling na blijft het publiek met beide benen op de grond staan. Maar gezien de gemiddelde leeftijd van het publiek is dit niet zo gek. dEUS gaat inmiddels alweer ruim 10 jaar mee, en de fans dus ook.

Op het podium is Tom Barman god. Hij geeft constant aanwijzingen aan de geluidstechnici en de rest van de band. Maar als iemand dit kan doen zonder een verkeerde indruk te wekken, dan is Tom Barman het wel. Alles voor de muziek, het moet perfect klinken, lijkt de gedachte hierachter te zijn. Een enkele keer probeert iemand uit het publiek contact te zoeken met de frontman. Goedlachs gaat hij hierop in, maar lijkt zich wel in te houden. Mensen komen tenslotte voor de muziek, niet voor een goed gesprek.

Bij dEUS weet je het nooit: de ene keer is het geweldig, de andere keer komt het gewoon niet van de grond. Na een set van bijna anderhalf uur (en natuurlijk nog een toegift), bleek dEUS vandaag in ieder geval een goede dag te hebben. Gelukkig.

29 March 2008

I Am Kloot

I Am Kloot, een naam waarmee je zeker in Nederland de aandacht weet te trekken. In een uitverkocht Doornroosje kreeg de band de kans om te laten zien dat ze meer te bieden hebben dan alleen een spraakmakende naam. De drie heren uit Manchester, op het podium bijgestaan door 2 extra muzikanten, grepen hun kans en wisten de hoge verwachtingen van het publiek waar te maken.

Aan Pien Feith de taak om het publiek voor deze band op te warmen. Hoewel ze begonnen is als soloartieste, heeft ze inmiddels een hele band om zich heen verzameld. Het voegt zeker iets toe aan haar nummers, al blijkt ze het er alleen ook goed van af te brengen. Hoewel het publiek rustig door haar optreden heen blijft kwekken, blijkt ze toch te genieten van haar optreden in Nijmegen.

Eigenlijk zou I Am Kloot afgelopen december al in Doornroosje gestaan hebben. Een keelontsteking bij de zanger zorgde er toen echter voor dat het concert uitgesteld moest worden. Deze extra wachttijd zorgde er wel voor dat Doornroosje helemaal uitverkocht was, wat weer tot hoge verwachtingen leidde.
Onder luid gejuich betreedt de band uiteindelijk het podium. Het publiek, dat wat ouder is dan het publiek bij een gemiddeld concert in Doornroosje, is duidelijk erg enthousiast. Helaas kunnen ze niet meteen beginnen met spelen. De bassist van de band (Peter Jobson) is namelijk zijn sigaretten kwijtgeraakt, en als verstokte roker heeft hij toch echt sigaretten nodig om deze avond door te komen. Meteen wordt gehoor gegeven aan deze ‘oproep’ en de pakjes sigaretten vliegen richting het podium. De rest van de avond werkt Peter er zeker twee pakjes sigaretten doorheen. Je zou je al zorgen gaan maken hoe het met deze band moet na 1 juli, als het rookverbod in de horeca ingaat…
Maar genoeg over de rookgewoonten van Peter, het gaat natuurlijk om de muziek. Zodra zanger John Bramwell zijn voet op zijn bierkratje heeft gezet kan het optreden echt beginnen. Er wordt veel afgewisseld tussen oude nummers en nummers van het nieuwe album ‘I Am Kloot Play Moolah Rouge’. Vooral de oude nummers kunnen op veel enthousiasme van het publiek rekenen, al wordt er ook gejuicht bij iedere ‘This is a new song’ van zanger John.
‘Quiet is the new loud’, dat riep NME bij het eerste album van I Am Kloot. De beschrijving ‘Quiet’ lijkt echter niet meer helemaal te passen bij I Am Kloot, zeker niet wat betreft het aantal decibellen. Door de 2 extra muzikanten op het podium lijken ze nog meer afstand te doen van deze uitspraak. Het doet echter niets af aan de kwaliteit van de nummers. In combinatie met het karakteristieke stemgeluid van zanger John weten ze de nummers zeker over te brengen.
Na een lange set van bijna anderhalf uur komt het einde van de avond toch in zicht. De set wordt afgesloten met de twee bekendste nummers van de band: ‘Proof’ en ‘Life in a Day’. Al vanaf de eerste akkoorden worden deze nummers herkend door de fans in het publiek. Er wordt zelfs bewogen op deze nummers! Natuurlijk volgt er nog een toegift. Deze begint met een kort nummer dat door zanger John alleen wordt gebracht. De rest van de band komt er nog even bij voor de laatste nummers (en nog een pakje sigaretten voor de bassist), maar dan is het toch echt voorbij.
I Am Kloot speelde een lange gevarieerde set, waarmee ze de verwachtingen bij het publiek geheel inlosten. Het is misschien niet de meest toegankelijke muziek, maar met nummers als ‘Proof’ weten ze toch een breed publiek te bereiken. Mocht je zelf iets van I Am Kloot willen horen: het nieuwe album ‘I Am Kloot Play Moolah Rouge’ staat op dit moment in de luisterpaal van 3voor12.

14 February 2008

Okkervil River

Stel: je wilt naar een concert, maar het is al uitverkocht, wat doe je dan? Eén mogelijkheid is natuurlijk om reporter te worden bij Jimmy Alter, een andere is om een band te beginnen en te zorgen dat je in het voorprogramma van de desbetreffende band komt te staan. Dat laatste idee gebruikte Neonbelle.

Neonbelle, dat ontstaan is uit het “In a cabin with” project, verzorgt deze avond dus het voorprogramma, en wat voor een voorprogramma! Met een stem die doet denken aan Björk weet zangeres Pien Feith het publiek om haar vingers te winden. Voeg daar nog wat bliepjes en piepjes aan toe die nog meest het lijken op Radiohead uit de Kid A periode, wissel dit af met een orgel à la The Arcade Fire en je hebt Neonbelle. En Neonbelle is ‘hot’, als je tenminste kijkt naar het aantal fotografen voor het podium, het lijkt de hoofdact wel!

Maar de hoofdact van de avond is natuurlijk Okkervil River, een zeskoppige band uit Texas. Deze avond in Nijmegen is de laatste van de tour om het laatste album ‘The Stage Names’ te promoten. Zelf heb ik nog nooit van deze band gehoord, maar aan het gejuich bij de opkomst te horen, heeft deze band toch een schare trouwe fans. Contact met deze fans komt echter niet tot nauwelijks tot stand, met uitzondering de drummer (Travis Nelsen) die naar iedereen lacht die hem aankijkt. Af en toe kan er nog een kort ‘Thank you’ na een nummer van af, maar daar blijft het dan ook bij. De verschillende nummers, vooral van het laatste album, worden serieus door alle bandleden gespeeld, er kan geen lachje van af (weer met uitzondering van de drummer).

De muziek, die zich nog het beste laat omschrijven als folk/indie rock, klinkt echter perfect. Als de toetsenist (geef hem een oorbel en hij kan zo invallen voor Elthon John) zijn gitaar erbij pakt, klinkt het zelfs even als The Beach Boys.
Het midden van de set bestaat uit een aantal rustige nummers. Bij deze nummers wordt de zaal zo stil dat tijdens de breaks zelfs het ruisen van de airco te horen is, iets wat ik nog nooit meegemaakt hebt.

Na ongeveer drie kwart van de set beginnen de nummers een beetje op elkaar te lijken, al kan dat ook komen omdat het niet helemaal mijn muziek is. Gelukkig wordt dan eindelijk het nummer ‘Our Life Is Not A Movie Or Maybe’ gespeeld. Een nummer dat niet alleen niet bij de rest lijkt te passen omdat ik het wél goed vind, maar ook omdat de hele band opeens lijkt te veranderen. Er wordt gelachen en ze lijken opeens plezier te hebben in het optreden. Er staat gewoon een andere band op het podium. Deze verandering blijft tijdens de laatste nummers die worden gespeeld, waardoor ik het concert toch beter ga vinden. Zanger Will Sheff praat zelfs tegen het publiek.

De overgrote meerderheid van het publiek lijkt zich echter niet geërgerd te hebben aan de performance van Okkervil River: na het laatste nummer barst er zo’n groot applaus los dat er zelfs twee keer een toegift gegeven wordt. Hierbij wordt nog even alles uit de kast getrokken: inclusief een accordeon en een trompet.
Hoewel het niet helemaal mijn muziek was, vond ik het een goed concert. Al moet ik stiekem toegeven dat ik het voorprogramma Neonbelle misschien wel beter vond…

14 January 2008

Newton Faulkner

Een man en een gitaar, wat wil je nog meer? Nou, wat te denken van aliengeluiden, Viking vampieren met hondsdolheid die na 20 jaar huisarrest eindelijk weer naar buiten mogen van hun ouders en natuurlijk SpongeBob Squarepants? Eigenlijk zou je onmiddellijk moeten stoppen met het lezen van deze review en meteen een kaartje gaan kopen om Newton Faulkner zelf live te beleven.

Newton Faulkner live is veel meer dan alleen goede muziek, het is een complete belevenis. Met dansjes (zonder beenbewegingen, want dan zou het pas echt een chaos worden), meezingmomenten en verhalen over vrijwel elk nummer dat hij speelt weet hij vanaf het begin te boeien.
Maar wat nog het meest opvalt is zijn geweldige gitaarspel. Ik dacht zelf wel een beetje gitaar te kunnen spelen, maar na vanavond Newton Faulkner te hebben gezien, moet ik die woorden toch echt terugnemen. Waarom zou je alleen de snaren gebruiken als je ook nog een hele klankkast hebt met voor-, achter- en zijkanten? Of waarom zou je die capo een heel nummer lang op dezelfde plek laten staan als je ‘m ook gewoon halverwege kunt verplaatsen? Je begint je echt af te vragen waarom bands toch uit meerdere personen moeten bestaan als je hoort wat voor geluid Newton in zijn eentje produceert.

Maar Newton was natuurlijk niet de enige die deze avond op het podium stond. Het voorprogramma werd verzorgd door Dearhunter, die voor de gelegenheid alleen op het podium stond. Met rustige, ongecompliceerde songs wist hij mij en nog wat andere mensen voor in de zaal te overtuigen. Helaas namen veel mensen achter in de zaal de affiches waarop om stilte tijdens de show werd gevraagd niet erg serieus en kletsten ze er lustig op los. Toen Newton eenmaal op het podium kwam leek deze stilte toch eindelijk aan te breken. Het mocht jammer genoeg maar een paar nummers duren. Er moest iemand die riep of ‘iedereen even kon stoppen met kletsen omdat hij die meneer wilde horen’ aan te pas komen voor het pas echt stil werd in de zaal. En terecht.

Behalve zijn eigen nummers heeft Newton ook een aantal geweldige covers. Die heeft hij te danken aan een radioprogramma waarin hij zou optreden, en 3 dagen voor dat optreden te horen kreeg dat hij ook geacht werd een cover te spelen. Tot dat moment had hij nog nooit een nummer gespeeld dat hij niet zelf had geschreven. Daaruit vloeide uiteindelijk zijn cover van Teardrop voort, maar niet voordat hij ook No limits van 2 Unlimited, dat liedje van Ice Age waarvan niemand de tekst kent en Bohemian Rhapsody had uitgeprobeerd. Alle covers komen even langs, en dan ga je je toch afvragen hoe het zou klinken als iemand een nummer van Newton Faulkner zou coveren. Nou, ook daar heeft Newton een antwoord op: Dream catch me als Kings of Leon het zouden zingen. Volgens mij kunnen ze het zelf niet beter.

Na even achter een box te hebben gestaan (want waarom zou je helemaal van het podium afgaan, iedereen weet toch dat je weer terug komt?), speelt Newton nog een korte toegift, met hulp van het publiek dat het nummer Billy moet meezingen (mannen en vrouwen natuurlijk een verschillende stem). Dan komt er toch echt een einde aan de avond met Bohemian Rhapsody, dat natuurlijk massaal wordt meegezongen want wie kent dat nummer nou niet?

Kortom: een geweldige avond. Als je de kans krijgt, ga het dan zeker zien. Dit is echt iets dat je niet wilt missen, als is het maar voor SpongeBob Squarepants.