14 May 2008

dEUS - Vantage Point

Reserveer maar een plekje bovenaan de Belgische hitlijsten: dEUS heeft weer een nieuw album uit. Vantage Point is alweer het vijfde album van de Vlaamse band, en het is de eerste keer dat een album in dezelfde bezetting werd opgenomen als het vorige album. Het album is eigenlijk iets te zwaar en donker om met dit weer op te zetten, maar toch zeker de moeite waard!

Vantage Point laat zich moeilijk vertalen in het Nederlands. Het is op te vatten als een punt of plek die een goed overzicht of perspectief biedt. Het is echter geen album waarop Tom Barman, zanger en tekstschrijver, uitgebreid terugblikt op zijn leven. Zelfreflectie komt wel aan de orde, maar ook heeft Barman kritiek op de maatschappij, vooral in afsluiter ‘Popular Culture’, en zijn er nummers zonder zware thema’s. Waren het op de vorige albums nog vooral Tom Barman en gitarist Mauro Pawlowski die de nummers schreven, op dit album zijn veel nummers door de hele band geschreven. De muziek dan, Tom Barman blijft verantwoordelijk voor de teksten.
Het album begint met het sterke nummer ‘When She Comes Down’. De gejaagde vocalen van Tom Barman zorgen ervoor dat het meteen als een typisch dEUS-nummer klinkt. In combinatie met een sterk refrein dat zorgt voor de nodige rust in het nummer is de toon voor het album meteen gezet. Het tempo blijft hoog bij het volgende nummer ‘Oh Your God’, waarin Tom Barman nog gejaagder klinkt en de gitaren de overhand krijgen. Na deze twee nummers is het tijd om wat gas terug te nemen voor ‘Eternal Woman’, waarbij dEUS wordt bijgestaan door Lies Lorquet van Mintzkov. Het nummer is een rustpunt op het album, maar zonder het momentum van de vorige twee nummers te verliezen.

Het vierde nummer ‘Favourite Game’ is het meest rock & roll van alle nummers op het album. Het begint met een drijvende bas die het hele nummer aanhoudt en het nummer lijkt aan te sturen. Vanaf het begin van het nummer voel je de spanning steeds verder opbouwen, en je voelt een grote finale aankomen. Een finale heeft het nummer, maar op het album is deze niet groots. De potentie is er echter wel om er live een geweldig nummer van te maken.

Dan volgen de twee nummers die al als single zijn uitgebracht: ‘Slow’ en ‘The Architect’. Slow is een sterk nummer met gastvocalen van Karin Dreijer Andersson van The Knife en sterke samenzang van dEUS. Het nummer klinkt net wat elektronischer dan het standaard dEUS nummer, en weet daardoor te boeien. ‘The Architect’ is wat mij betreft het beste nummer van het album. Het nummer gaat over de architect die het flatgebouw heeft bedacht, maar is ondanks dit misschien wat vreemde thema erg toegankelijk.

Na deze twee hoogtepunten van het album, zakt het album een beetje in. Bij de drie nummers die volgen is het moeilijk om je aandacht er nog bij te houden. Werd je bij de vorige nummers nog verrast door sterke refreinen of samenzang, hier lijkt dEUS te compenseren en voor een paar standaard nummers te hebben gekozen. Tekstueel gezien zijn de nummers wel sterk (‘We like the attention, but we hate to be judged’ – Is A Robot), maar zonder een goede muzikale begeleiding missen de nummers toch iets.

De afsluiter van het album ‘Popular Culture’ mag er wel weer zijn. Het nummer is een aanklacht tegen de ‘popular culture’, waar iedereen bij probeert te horen, maar waarbij wij (Belgen, Nederlanders) altijd achter lijken te lopen omdat we niet in The States wonen (‘If you don’t come from the States, you will always be late to be in popular culture’). Het feit dat juist bij dit nummer een kinderkoor wordt ingezet, geeft het nummer net dat beetje extra waardoor het een waardige afsluiter wordt.

Vantage Point is een album dat moet groeien. Na een eerste luisterbeurt springen een aantal nummers (Favourite Game, Slow, The Architect) er meteen uit, maar na het album de tijd te hebben gegeven beginnen bijna alle nummers hun eigen leven te leiden. Het is geen album om gezellig op de achtergrond op te zetten, zeker niet met dit weer, maar wel zeker een keer het beluisteren waard.

Track list ‘Vantage Point’:
1. When She Comes Down
2. Oh Your God
3. Eternal Woman
4. Favourite Game
5. Slow
6. The Architect
7. Is A Robot
8. Smokers Reflect
9. The Vanishing Of Maria Schneider
10. Popular Culture

5 May 2008

MGMT bewijst zichzelf

Twee maanden geleden stond MGMT al in de kleine zaal van Paradiso, vanavond staan ze voor een uitverkocht Doornroosje. Of ze er in die twee maanden op vooruit zijn gegaan mogen we ontdekken in een bijna anderhalf uur durende set waarin het hele album voorbij komt. En wat zijn ze gegroeid in die korte tijd!

Florence and the Machine openen voor MGMT. Zodra Florence het podium op komt gedanst in een jurk die van het bloemetjesgordijn van haar oma zou kunnen zijn gemaakt is de toon gezet. Als ze dan ook nog begint te zingen ben ik meteen verkocht. En dat is nog voor ze haar cover van het Cold War Kids nummer ‘Hospital Beds’ inzet. Het hele optreden lang danst ze over het podium en drumt ook nog wat mee. Het enthousiasme spat er van af. Aan het eind van de set geeft ze haar zelfgemaakte bloemenketting nog weg.

De zaal is goed vol als MGMT het podium opkomt. MGMT bestaat eigenlijk maar uit twee personen, maar live staan ze met z’n vijven op het podium. Ten opzichte van hun optreden in Paradiso heeft er een kleine verandering plaatsgevonden: de drummer is nu gitarist, en er is een nieuwe drummer voor in de plaats gekomen. Dit doet hun stage performance veel goed: in tegenstelling tot Andrew VanWyngarden en Ben Goldwasser gaat deze man namelijk vanaf het begin helemaal op in de muziek.

Een groot deel van het publiek lijkt te zijn afgekomen op de single ‘Time To Pretend’ die inmiddels een bescheiden hitje is geworden. De mensen die zijn afgekomen op de elektronische sound van MGMT komen echter bedrogen uit: live is MGMT een echte gitaarband. En dat maken ze vanaf het eerste nummer ‘Weekend Wars’ duidelijk. Er wordt natuurlijk uitgebreid gebruikt gemaakt van de synthesizer, maar het gitaargeweld overwint dit geluid met gemak. Behalve meer gitaren in de nummers, spelen ze ook lange intro’s en outro’s die zeker iets toevoegen aan het optreden. In Paradiso deden ze dit ook al, maar nu met de drummer op gitaar komen deze gitaarsolo’s nog meer tot hun recht.

Halverwege het optreden, als Andrew de bloemetjesketting van Florence aan zijn gitaar heeft gehangen, lijkt hij wat meer los te komen. Als dan langzaamaan ook meer mensen in het publiek gaan meebewegen op de muziek lijkt hij zich steeds zekerder te gaan voelen en begint hij ook echt op te treden in plaats van alleen muziek te maken. Hij kan zelfs lachen als hij ziet dat ‘Electric Feel’ vol overgave wordt meegezongen door een groepje meisjes voor het podium.Vooral dankzij het publiek wordt dit nummer het hoogtepunt van de set. Na dit nummer spelen ze nog een b-kant, die niet op al te veel enthousiasme kan rekenen.

Natuurlijk komen ze nog terug voor een encore, en wat voor een! Net als in Paradiso beginnen ze de encore met een instrumenten wissel. De gitarist, die in Paradiso nog drummer was, blijkt ook nog te kunnen gaan met synthesizers. Ben Goldwasser neemt voor één nummer de gitaar voor zijn rekening. Ze verrassen het publiek met een cover van Cyndi Lauper: Girls Just Wanna Have Fun. Goed, Andrew heeft een spiekbriefje nodig voor de tekst en staat met zijn rug naar het publiek te dansen, maar hij danst wel! De avond sluiten ze af met soort karaoke-versie van ‘Kids’. Twee van de drie bandleden verlaten het podium, ze zetten de achtergrond muziek aan, en Andrew en Ben zingen het nummer terwijl de gitarist/drummer/toetsenist nog een stukje meespeelt op zijn gitaar. Nu Ben naast hem staat lijkt Andrew zich eindelijk helemaal te geven, en krijgt het optreden het einde dat het verdient.

Vanaf het begin van het optreden was de sound van de band perfect, het duurde alleen even voordat ze zelf ook lieten blijken te genieten van het optreden. Met iemand als Florence in hun voorprogramma, richten ze wel de aandacht op hun, wat mij betreft, enige zwakke punt: hun stage performance. In twee maanden tijd zijn ze echter al erg gegroeid, en ik ben benieuwd hoe ver ze nog door zullen groeien.

1 May 2008

London Calling Queensday

Koninginnedag hoor je in de hoofdstad te vieren. Terwijl de grote meute op het Museumplein te vinden is om Jan Smit weer te horen zingen (ja, hij heeft zijn stem weer terug…), komen de echte muziekliefhebbers een stukje verder bij elkaar voor de 3e dag van London Calling: London Calling goed Queensday!

Voor mij begint het festival met Peggy Sue and the Pirates. De twee dames uit Brighton komen een beetje verlegen het podium van een halfgevulde kleine zaal opgelopen. Die verlegenheid verdwijnt echter als sneeuw voor de zon wanneer ze beginnen te zingen. Begeleidt door slechts een akoestische gitaar en verschillende meegebrachte attributen brengen ze het publiek dat al wel aanwezig is in vervoering. De nummers doen een beetje denken aan Kate Nash, maar dan met wat meer venijn. Dat komt vooral goed naar voren in het nummer ‘Television’.

Dan op naar Cheeky Cheeky and the Nosebleeds die het programma in de grote zaal openen. De zaal is nog niet half gevuld, maar dat deert de 5 heren niet. Van het begin af aan gaat vooral de zanger er echt voor. Er ontstaat zelfs een bescheiden pit: niet alleen kwam omvang, maar ook wat betreft het gedrag. De fotografen voor het podium worden door de fanatiekelingen ontzien. En een fanatiekeling moet je wel zijn om te pitten op de muziek van deze band. Al na een paar nummers begint alles op elkaar te lijken. De energieke en vrolijke muziek van Cheeky Cheeky and the Nosebleeds weet zelf de pit niet meer te boeien, die daarom maar overgaan op een stage invasion om zichzelf bezig te houden. Leuk als voorprogramma voor ¡Forward Russia!, maar meer ook niet.

Want dat is de volgende band die zijn opwachting maakt in de grote zaal. Het viertal uit Leeds heeft net een nieuw album uit: Life Processes. Maar eigenlijk moet je ¡Forward Russia! niet van een album horen, maar gewoon live. Vanaf de eerste noot van ‘Thirteen’ waarmee ze hun set openen stuift zanger Tom over het podium. De microfoonstandaard wordt alleen gebruikt als hij zijn handen even vrij moet hebben om wat te drinken; de rest van het optreden vliegt de microfoon door de lucht en om zijn nek. Het inmiddels toegestroomde publiek gaat mee in het enthousiasme van de zanger. En hoewel het erg onwaarschijnlijk klinkt wordt er door enkelen zelfs meegezongen met de nummers. Hoogtepunten van de set blijven de oude nummers als ‘Nine’, maar ook met de nieuwe nummers maken ze indruk. Zo bewijzen ze met hun afsluiter dat ze zelfs een rustig nummer kunnen brengen, al is het wel jammer dat ze dit als afsluiter doen.

Omdat Koninginnedag toch vooral een Nederlands feestje is, zijn op deze dag ook een aantal bandjes van eigen bodem gepland. The Stutters, Scram C Baby en Bettie Serveert. Van deze 3 zie ik alleen Bettie Serveert. Ze spelen in een goed gevulde kleine zaal. Het is wel meteen te merken dat Bettie Serveert eigenlijk niet thuis hoort op London Calling: de gemiddelde leeftijd vliegt omhoog en het publiek blijft het hele optreden lang stil staan. Niet dat dit een slecht iets is, maar of het op London Calling past is maar de vraag. Het is in ieder geval leuke muziek om even bij te komen van ¡Forward Russia! en je op te maken voor The Courteeners.

The Courteeners: ze stonden al op de voorpagina van NME en worden regelmatig genoemd als de opvolgers van Oasis. Thuis in Manchester staan ze al voor uitverkochte zalen, nu hebben ze de kans om ook Amsterdam te veroveren. Dat lukt ze echter niet. Al snel beginnen de nummers op elkaar te lijken en beginnen ze een beetje te vervelen. The Courteeners trekken zich daar echter niets van aan en blijven overtuigd door spelen. Op het moment dat de verveling echt lijkt toe te slaan weten ze echter iedereen weer bij de les te krijgen met de afsluiters ‘Not nineteen forever’ en ‘What took you so long’. Door deze singles lijken ze een bandje te zijn dat net wat meer in huis heeft dan het standaard britpop bandje. Als ze wat meer van dit soort nummers zouden schrijven, zouden ze het wel eens ver kunnen schoppen.

De afsluiters van de avond zijn The Young Knives. Omdat veel mensen de laatste trein nog moeten halen is de zaal weer een stuk leger, maar dat mag niet deren: de mensen die er nog zijn hebben er nog zin in! The Young Knives zijn met z’n drieën, en staan op het podium zo ver uit elkaar dat je je bijna afvraagt of ze wel bij elkaar horen. De postpunk die ze spelen slaat echter wel aan en ze zijn dan ook een waardige afsluiter van de avond. Een minpunt is dat de gitaar zo hard staat dat je soms alleen weet dat er gezongen wordt omdat je de mond van de zanger open en dicht ziet gaan. Omdat ook ik de trein nog moet halen, hoor ik hun single ‘Up all night’ vanuit de garderobe. Ja, niet iedereen kan de hele nacht opblijven.