28 April 2009

London Calling

Nee, niet het festival, dat is dit weekend pas ^^. En hoewel ik dacht dat het deze keer mijn laatste keer zou zijn, komt er misschien nog een keertje bij... Maar eerst het goede nieuws: ik ga naar London!

Alleen niet in november, maar pas in januari. Dan begin ik tenminste met mijn stage op de afdeling 'Epidemiology & Public Health' aan het(?) University College London! Ik zou ook gewoon aansluitend in november kunnen beginnen, maar als ik in januari begin, loopt mijn stage gelijk aan het semester, en kan ik ook nog vakken volgen, mocht ik willen (en ja, dat wil ik dus), dat is toch bij de prijs inbegrepen.
Bijkomend voordeel: november en december vrij. Of vakken volgen. Of vakantie. In Nederland. Of al in London. Of een voorschot op mijn wereldreis waar ik nog geld voor overhoud na London. Cursus Spaans in Peru? Even op en neer naar Nieuw Zeeland? Stedentrip naar New York? Of exotisch doen en naar Japan? Dat laatste valt sowieso al af want sushi (en vis in het algemeen) wekt bij mij bij de gedachte alleen al kotsneigingen op, maar opties genoeg dus. Nu alleen nog geld. Anders wordt het liftend naar de Achterhoek en dan m'n ouders bellen of ze me komen ophalen.

21 April 2009

Mail uit London

Woohoo! Vandaag een mailtje uit London. They would be more than happy to have me! 'They' zijn in deze het 'Health Behaviour Research Centre' van University College London. Enig nadeel is dat ik waarschijnlijk college fees moet betalen...

19 April 2009

Review Bat for Lashes - Two Suns

Wanneer je debuutalbum Fur and Gold genomineerd wordt voor de Mercury Prize, en als favoriet van de pers dan net verliest van Klaxons’ Myths of the Near Future, zijn de verwachtingen voor de opvolger uiteraard hooggespannen. Natasha Kahn, de vrouw die achter het pseudonym Bat for Lashes schuil gaat, heeft hier gezien de opvolger die deze maand is uitgekomen echter weinig last van gehad. Two Suns, dat uitkwam op het label Astralworks, krijgt vrijwel overal positieve kritieken. In tegenstelling tot haar debuut, dat ze alleen schreef, kreeg ze bij dit album hulp van de jongens van Yeasayer, die de baspartijen voor hun rekening namen en het album voorzagen van de nodige beats. Natasha Kahn blijft echter het enige lid van Bat for Lashes, al komt op dit album wel een tweede persoonlijkheid om de hoek kijken.

Het album opent met het nummer ‘Glass’, dat het eerste nummer van het album was dat zijn weg vond naar de buitenwereld, en de gemoederen rond het naderende tweede album nog maar eens deed oplaaien. Na een intro waarin Kahn’s dromerige stem soleert, valt de rest van de instrumentatie in, geleid door krachtige drums die het nummer aansturen. Het hoogtepunt van het nummer wordt bereikt in een groots, bijna episch aandoend refrein waarin Bat for Lashes meteen maar even laat horen hoe ver het bereik van haar stem reikt. ‘Glass’ creëert onmiddellijk de sfeer die het hele album blijft overheersen: een spanning tussen fragiliteit en weerbaarheid, dromerige zang en krachtige uithalen, en dualiteit wat het centrale thema van het album lijkt te zijn.

Dit thema komt al terug in de albumtitel Two Suns, maar komt ook op verschillende manieren terug in de teksten in van de nummers: twee geliefden, twee planeten of zelfs twee persoonlijkheden die tegenover elkaar staan. Pearl is in deze de naam van de zelfdestructieve, egocentrische, blonde femme fatale die het alter ego vormt van Natasha Kahn. De tegenstelling tussen beide persoonlijkheden komt het best naar voren op het nummer ‘Siren Song’ waarin het lied van de sirene Pearl naar buiten lijkt te lokken. In het nummer, waarin een geliefde wordt toegezongen heeft Bat for Lashes eerst zelf nog de overhand:
In the morning I’ll make you breakfast / In the evening I’ll warm the bed
Hoe verder het nummer vordert, hoe verder Pearl doordringt en hoe zwaarder de geliefde het te verduren krijgt:
It won’t be long until you break / It won’t be long until you leave / ‘Cause I’m evil / ‘Cause I’m evil


De inspiratiebronnen voor het album hoeven niet ver gezocht te worden. Zo zou de single ‘Daniel’, die tot mijn (positieve) verrassing zelfs geschikt blijkt te zijn voor 3fm, niet misstaan hebben op een van de albums van Kate Bush. Enig verschil is dan dat Kate Bush prettig gestoord is, terwijl Bat for Lashes (met dubbele persoonlijkheid en al) netjes binnen de lijntjes blijft kleuren. En hoewel dat goed werkt voor kleurplaten, zou je van een artieste als bovengenoemde ook graag een keer zien dat ze een risico neemt en met leeg velt begint dat ze zelf weet te vullen.

Meer dan op het eerste album, komen op dit album verschillende stijlen samen. Sommige nummers, zoals ‘Sleep Alone’, liggen in lijn van het werk van haar eerste album, waar andere nummers lijken te zijn weggeslopen uit de ‘80s (‘Daniel’) of zelfs een gospelkoor bevatten (‘Peace of Mind’). Ook wat betreft het tempo is dit album wat gevarieerder, en beter gebalanceerd. Up tempo nummers en ballads wisselen elkaar zonder het tempo voortijdig uit het album te halen. Het sluitstuk van het album, ‘The Big Sleep’, een duet met bariton Scott Walker, doet dit wel, maar op een aangename manier. De contrasterende stemmen van de twee grijpen ook hier weer terug naar het thema van dualiteit en tegenstellingen.

Two Suns, is een goed uitgebalanceerd tweede album voor Bat for Lashes. Na haar debuut is ze door blijven groeien en heeft ze nieuwe invloeden verwerkt in haar muziek, zonder deze onder de kopieermachine te leggen, en heeft ze haar eigen stijl weten te behouden. ‘Glass’ is een van de meest imponerende nummers van dit jaar, en met ‘Daniel’ heeft ze een nummer in handen dat het ook wel eens goed zou kunnen doen bij het grote publiek, zonder er meteen van beschuldigd te worden haar ziel te verkocht aan de aanlokkelijke geldmachine die ook wel bekend staat als ‘pop’. Met het album schept ze een droomwereld vol tegenstellingen die perfect bij haar stem past. Het is alleen jammer dat ze niet een keer schreeuwend wakker wordt na een nachtmerrie.

7.1/10

18 April 2009

Clip van de dag 28 april 2009

Om te beginnen maar meteen een paar clip van de dag-colums die ik heb geschreven voor IKRS, en binnenkort daar hun opwachting zullen maken.

En de clip van vandaag is...

*tromgeroffel*

‘John Wayne Gacy Jr’ van Sufjan Stevens! Een nummer over een veroordeelde seriemoordenaar door iemand die breien tot zijn hobby’s rekent. Het nummer komt van het album ‘Sufjan Stevens invites you to: come on feel the Illinois’, of gewoon ‘Illinois’ zoals de meeste het zullen kennen. Want lange titels maken, daar is meneer Stevens meester in (en mocht je me niet geloven, kijk dan even naar de titel van het tweede nummer van datzelfde album, dat overigens instrumentaal is: ‘The Black Hawk War, or, How to Demolish an Entire Civilization and Still Feel Good About Yourself in the Morning, or, We Apologize for the Inconvenience but You're Going to Have to Leave Now, or, 'I Have Fought the Big Knives and Will Continue to Fight Them Until They Are Off Our Lands!'’). Het 50-staten project, waar dit album uiteraard deel van uitmaakt, zal inmiddels bij iedereen bekend zijn, maar wanneer de beste man met een nieuwe staat zal komen weet niemand. Niet dat hij in de tussentijd niets te doen heeft: hij speelt mee op albums van anderen (The National, Rosie Thomas), produceert albums (The Welcome Wagon), brengt ieder jaar weer (not to everybody’s liking) een kerstalbum uit, werkte mee aan het ‘Dark was the night’ project’ en heeft het Amerikaanse volkslied herschreven, want daar maak je vrienden mee in the States. En daarbij komt dan nog ‘zijn’ label Asthmatic Kitty (het astmatische poesje waar het label naar vernoemd is overigens afgelopen kerst overleden). Maar deze column hoort natuurlijk ook nog over het nummer te gaan waarin John Wayne Gacy Jr, een seriemoordenaar uit Illinois uiteraard, die 33 jongens vermoordde centraal staat. In het nummer lijkt Sufjan de daden van deze man te verantwoorden, want hij had het misschien zelf ook wel kunnen doen: “And in my best behaviour, I am really just like him.” Moordenaars moet je niet als monsters bestempelen: het zijn ook gewoon mensen, heeft iemand wiens naam mij ontschoten is namelijk ooit verklaard (al ging dat over Hitler, maar ik neem de vrijheid om het hier ook toe te passen). En dat is waarschijnlijk wat ze het gevaarlijkst maakt. Wie weet wat je aardige buurman onder zijn vloer verborgen heeft? Of zoals Casiotone for the Painfully Alone op de track ‘Killers’ van hun laatste album ‘Vs. Children’ speelt met Bowie lyrics “We could be killers / just for one night”.

Clip van de dag 20 april 2009

En de clip van vandaag is...

*tromgeroffel*

‘Nothing ever happened’ van Deerhunter! Eigenlijk zou de band, die in deze clip de duct tape voor de verandering niet op hun instrumenten maar op hun gezicht geplakt hebben, in februari dit nummer al hebben moeten spelen in de kleine zaal van Paradiso. Voor de kleine zaal bleken ze echter te groot, want het werd verplaatst naar beneden, waarna het eigenlijk ook meteen weer werd afgelast. En dan, een paar dagen nadat je je kaartjes weer hebt ingeleverd, blijkt het opeens niet meer afgelast te zijn maar verplaatst naar eind mei. Enige voordeel is misschien dat op deze manier de spullen van Deerhunter niet in rook zijn opgegaan zoals die van Gang Gang Dance die wel op die avond speelden. Het album ‘Microcastle’, waar dit nummer op staat, eindigde hoog in verschillende eindejaarslijstjes, waaronder het mijne (plaats vijftien, mocht u geïnteresseerd zijn). Het duurde even voordat ik het album echt ging waarderen, maar met nummers zoals degene die hieronder te vinden is, was het de moeite zeker waard. Het nummer begint rustig, met een standaard couplet-refrein schema, maar halverwege valt de zang weg en wordt het nummer instrumentaal als het ware opnieuw opgebouwd. Wat mij betreft het beste nummer van het overigens dubbelalbum, maar oordeel vooral zelf.

Clip van de dag 21 april 2009

En de clip van vandaag is...

*tromgeroffel*

'Actor out of work' van St. Vincent! Na lid te zijn geweest van het kleurrijke the Polyphonic Spree, en de live-band van Sufjan Stevens besloot Annie Clark het eens zelf te proberen. En met succes, gezien het binnenkort uit te komen tweede album (want als het eerste album geen succes was geweest had ze zeker iets anders nuttigs kunnen doen met haar tijd). Dat eerste album draagt de ietwat romantische, of wanhopige, het is maar hoe je het bekijkt, titel ‘Marry me’. Het album was goed genoeg om flink wat aandacht te krijgen,wat haar vervolgens weer een plek in het voorprogramma van the National opleverde met wie ze onlangs het duet ‘Sleep all summer’ opnam. Maar in mei komt dus haar sophomore album ‘Actor’ uit, waarvan ze al wat goed ontvangen nummers ten gehore bracht op het SXSW festival van dit jaar. In het nummer, dat de titeltrack is van het album, wijst ze iemand af, als op een auditie, die niet up to her standards is: “You’re an extra / lost in the scene”. Om aan het eind van het nummer toch te ontdekken dat ze van hem houdt: “I think I love you / I think I’m mad”. Op 27 april zal ze voor slecht €8,- in de kleine zaal van Paradiso spelen, maar mocht u dat toch nog teveel vinden dan is ze ook nog te zien in juli op het gratis festival de Affaire!

Clip van de dag 19 april 2009

En de clip van vandaag is...

*tromgeroffel*

‘Don’t upset the rhythm (go baby go)’ van The Noisettes! Iets meer dan 2 jaar geleden zag ik the Noisettes nog live, in het voorprogramma van Muse, met frontvrouw en bassiste Shingai Shinowa in een gestreepte leren broek. Ze deden hun naam eer aan met nummers als ‘Scratch your name’ en ‘Don’t give up’. Deze week zal het nieuwe album ‘Wild young hearts’ verschijnen, en daarvoor is de leren broek ingeruild voor een heel wat korter, glanzender exemplaar, en is het trio uitgebreid met achtergrondzangeressen en een strijkersectie. Ik heb toch even moeten opzoeken of er niet toevallig een tweede band was met dezelfde naam, want de band die ik heb gezien herken ik hier bijna niet in terug. Dat het album anders zou klinken was al te horen op de eerder uitgebrachte single ‘Wild Young hearts’, maar dat ze zo poppy en dansbaar konden klinken had denk ik niemand verwacht. Niet dat dat slecht is, in tegendeel zelfs! It just takes some getting used to. Wat ook blijkt uit het feit dat er wel twee officiële clips van het nummer bestaan, die ik allebei kies te negeren door voor de live versie bij Jools Holland te gaan.

Clip van de dag 22 april 2009

En de clip van vandaag is...

*tromgeroffel*

‘The sun ain’t shining no more’ van The Asteroids Galaxy Tour! Omdat er ondanks Alphabeat toch nog goede dingen uit Denemarken komen. In eigen land wisten ze onder de aandacht te komen doordat Amy Winehouse ze vroeg haar voorprogramma te verzorgen (doet ze toch nog iets goed). Het debuutalbum ‘Fruit’ komt pas in mei uit, maar toch maakte zangeres Mette Lindberg al haar Britse televisiedebuut bij ‘Never Mind the Buzzcocks’ in november van afgelopen jaar. Ook zal de band als een van de weinige niet-Britse bands op het komende London Calling festival haar opwachting maken, dat ze naast een kleine tour door ons landje ook nog even aandoen (soon in venue near you!). Nou ja band, zelf willen ze liever niet als band gezien worden, maar als collectief. Ze hebben zelfs een missie: “[we’re] dedicated to turning pop technicolour, making funk get down with folk and mixing old soul with psychedelica and spaced-out beats.” En voor een band die nog maar net een jaar bestaat zijn ze al aardig op weg.

Clip van de dag 26 april 2009

En de clip van vandaag is...

*tromgeroffel*

‘Good thing it’s a ghost town around here’ van Still Flyin’! De band uit San Francisco, voor zover je het een band kunt noemen aangezien ze zoals bijvoorbeeld I’m from Barcelona uit een grote groep mensen bestaan die steeds in verschillende opstelling optreden, zal in juli zijn opwachting maken op de Affaire in Nijmegen. De ‘band’ is opgebouwd rondom Sean Rawls, heeft een achtergrondkoor: the Flyinettes, en onder andere Jens Lekman is een van de occasional members. Het nummer werd (hoe toepasselijk!) uitgebracht op Halloween, met bijpassende clip uiteraard. Ondanks het Halloween thema is het gewoon een vrolijk nummer, met ietwat onzinnige lyrics als ‘Sometimes I wish I drank coffee’. Al kan ik daar wel inkomen aangezien ik al iets te vaak ben opgescheept met een slap aftreksel van iets dat voor thee door moet gaan of water omdat koffie er bij mij echt niet ingaat. Deze maand zal het debuutalbum ‘Never gonna touch the ground’ van het collectief uitkomen op het Moshi Moshi label.

Clip van de dag 27 april 2009

En de clip van vandaag is...

*tromgeroffel*

‘Veronica’s Veil’ van Fan Death! Fan Death, vernoemd naar de Koreaanse mythe dat je wanneer je ’s nachts je ventilator aan laat staan zult overlijden, is een Canadees duo bestaande uit Dandilion Wind Opaine en Marta Jaciubek-McKeever. Veronica’s veil is hun eerste single en kwam een paar maanden geleden uit op het Phantasy label van Erol Alkan. Veel meer is niet bekend over dit duo dat in volgens veel blogs in mysterieën gehuld gaat (of in ander woorden: ze hebben geen biografie op hun MySpace staan). Volgende maand, op 23 mei, zullen ze samen met Lindstrøm te vinden zijn in Paradiso. Het is op het eerste gehoor een heerlijk simpel disco nummer, maar wat de tekst betreft gaat het iets dieper: het refereert namelijk naar de bijbel (en hoe vaak kom je dat tegen bij een disconummer?). ‘Veronica’s Veil’ is namelijk eigendom van Veronica uit Jeruzalem. Wanneer Jezus zijn op weg naar is zijn kruisiging, biedt ze hem deze aan om zijn gezicht af te vegen, en daarbij laat hij zijn gezichtsafdruk achter: ‘Burned in that sheet was the image of you’. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon lekker op het nummer dansen.

16 April 2009

Speels debuut tUnE-YaRdS overtuigt niet

De gave om met de shift toets te spelen blijkt niet alleen te zijn voorbehouden aan 14-jarige schoolmeisjes met een lichte MSN-verslaving, zoals tUnE-YaRdS hier ten toon spreidt. En zo wordt bij het uittypen van die naam mijn gebrek aan MSN-ervaring maar weer eens benadrukt . Merrill Garbus (gewoon met twee hoofdletters), het enige lid van de band, levert met dit album haar debuut af, na er ruim 2 1/2 jaar aan gewerkt te hebben. Naar eigen zeggen heeft ze het hele album opgenomen met een voicerecorder. Om die DIY feel vast te houden heeft ze het album dan ook in eerste instantie uitgegeven op cassette (ja dames en heren, dat kan nog steeds in deze moderne tijden) en daarna als pay-what-you-like download. Wat goed uitpakte, aangezien er slechts 3 mensen waren die 1 luttele cent voor dit solo-project over hadden. De kleine 200 andere geïnteresseerden doneerden ieder zo’n 10 dollar per persoon, waardoor ze de aandacht trok van het kleine label Marriage, dat onder andere werk uitbrengt van Dirty Projectors. En dankzij dat label zal haar album deze week dan in tastbare vorm uitkomen, op vinyl.

Het album bevat haar levenservaringen van de afgelopen twee jaar. In die tijd verhuisde ze van het landelijke Merrillville (yup, Merrill uit Merrillville), via een omweg door Kenia, naar de grote stad New York, waar ze baantjes had als nanny en poppenspeelster. Genoeg ervaringen dus om een album mee te vullen. De nummers bestaan uit zang van Merrill, die zichzelf begeleidt met ukelele en drumbeats, en opgenomen geluiden die ze “om zich heen gevonden heeft” en in de nummers heeft verwerkt. Simpele nummers dus, die bijna klinken alsof je ze zelf verzonnen zou kunnen hebben. Maar ook simpele nummers kunnen interessant zijn en, belangrijker, kunnen verrassen.

Het eerste nummer op het album is het best op te vatten als een soort van introductie voor de rest van het album. ‘For You’ opent met een achteruit afgespeelde sample, waarna al snel een lieflijke melodielijn en de iets minder lieflijk aandoende zang invallen. “I’ll never leave you alone”, begint Merrill op een toon die niet suggereert dat de aangesproken persoon hier enige inspraak in heeft. Halverwege wordt het nummer plotseling onderbroken als tv programma voor de mededeling dat er een gevangene is ontsnapt; alleen is het in dit geval een slissend jongetje met de mededeling dat blueberries ‘cool’ en ‘fresh’ zijn. Het is niet een van de betere nummers van het album, maar geeft wel een goed beeld van wat je van de rest van de nummers kan verwachten: simpel opgebouwde nummers met een speelse twist.

Het tweede nummer van het album, ‘SUnlight’ (ja, we blijven spelen met de hoofdletters) klinkt al veel meer als een echt nummer. Het begint met een catchy drumbeat, waarbij de zang even later invalt, gevolgd door een baslijntje en de melodie op ukelele die het geheel compleet maakt. Ondanks de simpele opbouw is het nummer toch spannend en heeft het de neiging de hele dag in je hoofd te blijven hangen. Dit wordt vooral bewerkstelligt door het korte refrein “I could be the sunlight in your eyes/ couldn’t I?”. De zangkwaliteiten van Merrill komen in dit nummer ook meer tot hun recht: hoe verder het nummer vordert en de instrumentatie toeneemt, hoe meer ze de kans krijgt om haar stem ten toon te spreiden. Die stem komt echter pas echt tot zijn recht in het nummer ‘Hatari’, wat gevaar betekent in het Swahili, want ja, dat spreekt ze vloeiend. Het nummer is dan ook getekend door Afrikaanse invloeden, die meteen aan het begin van het nummer al duidelijk worden als ze laat horen wat ze in huis heeft en die terugkomen in de tekst, welke wisselt tussen het Swahili en Engels. Dat ze zich niet in wil houden geeft ze mooi weer in een van de laatste zinnen van het nummer: “There is a natural sound that wild things make when they're bound”.

Na dit wat zwaardere nummer volgt wat lichtere kost, zoals het vrolijk klinkende ‘News’ en het wat ingetogenere ‘Little Tiger’. Nummers die wel aardig klinken, maar net iets te simpel zijn om te blijven boeien. Een nummer dat er dan wel weer bovenuit steekt is ‘FIYA’. Ook dit nummer is weer simpel in opbouw, maar toont net dat beetje variatie en creativiteit dat de voorgaande nummers missen. Dit komt goed naar voren door het speelse “You were always on my mind” refrein midden in het nummer dat nét niet in het overbekende nummer over gaat.

Met BiRdBrAiNs laat Merrill Garbus horen dat ze in staat is te verrassen met simpele, speelse nummers. Helaas voor haar zijn er echter maar een paar nummers op haar album die na een paar keer luisteren blijven hangen en niet opgaan in de grijze massa. Het merendeel van de nummers is net iets te makkelijk en onopvallend om echt te overtuigen, en lijkt alleen te dienen als albumvulling. Maar laat dat vooral niet nummers als bijvoorbeeld ‘Sunlight’, dat het goed zou doen op een zonnige dag zoals er weer vele in het vooruitzicht liggen, in de weg staan.

6.4/10

3 April 2009

Micachu komt met sterk en fris debuut

De blogs stonden er eind vorig jaar vol mee: 2009 zou een jaar worden waarin de vrouwen weer eens de overhand zouden nemen in de wondere wereld van de popmuziek. De eerste tekenen waren Florence & the Machine en Little Boots die prijzen wonnen voor meest belovende acts. Gelukkig blijft het niet bij vrouwen die goed in het oor liggen voor de gemiddelde mainstream-luisteraar, en zijn er ook nog artiestes die werkelijk iets nieuws proberen. Eén van de artiestes in die laatste categorie is Micachu (en ja, dat is een pokémon referentie), oftewel de 21-jarige Mica Levi. Met een achtergrond in de klassieke muziek (ze studeert ‘composities’), een stuk voor het London Philharmonic en een reclame campagne voor het vaccin tegen cervixkanker op haar naam klinkt ze in ieder geval al veelbelovend. Voeg daar zelfverzonnen instrumenten, theelepeltjes en een stofzuiger aan toe en je hebt een hit, of in ieder geval de aandacht van de Engelse pers.

Zelf omschrijft ze haar muziek als pop, omdat het rondfladdert tussen verschillende stijlen zonder zich echt op één stijl vast te leggen. En het album is ook wel pop, maar dan wel een stripped-down, lo-fi, DIY versie van pop. En een experimenteel soort, gezien ook het gebruik van de stofzuiger (sorry, dat blijft hangen). Het album stond initieel op de planning voor februari, maar vanwege plotselinge interesse van het vermaarde Rough Trade label werd de release datum een maandje uitgesteld. Daardoor lag het deze maand pas in de schappen, en bleef het tegelijkertijd ook een maand langer op de stapel van menig reviewer liggen. Iets wat de aandacht rondom Micachu en haar Shapes zeker ten goede is gekomen gezien het feit dat in bijna iedere review de woorden ‘album van het jaar’ schijnen voor te komen (is dat hip dit jaar?).

Het album begint lekker uptempo en vrolijk met nummers als ‘Vulture’ (niet te verwarren met het nummer van Patrick Wolf, in wiens voorprogramma ze dit jaar nog zal verschijnen) en ‘Lips’ wat ook meteen de nieuwe single zal worden. De nummers klinken nogal ramshackle, zeg maar Los Campesinos! op losse schroeven en met de helft van de mensen die zich van minstens evenveel instrumenten lijken te bedienen. ‘Lips’, klinkt alsof het in één take is opgenomen: eerst lijkt even gezocht te worden naar de goede akkoorden, waarna de melodie pas op gang komt. Hoewel het nummer opgewekt en dansbaar klinkt, zijn de lyrics een stuk donkerder, zoals Mica meteen duidelijk maakt door een liegend iemand (een ex?) dood te wensen: “Die die die your lips have been a lie”.

Zoals het overgrote deel van de nummers op het album, is dit nummer vrij kort. Op de afsluiters van het album na, haalt geen enkel nummer de drie minuten. Het derde nummer op het album, ‘Sweetheart’, valt zelfs binnen de grens van één minuut. Te kort voor een standaard verse – chorus – verse patroon, maar wel lang genoeg om voor een volwaardig nummer door te gaan. Ook ‘Floor’ is zo’n kort nummer, over het opeens realiseren dat je nog niet over je oude liefde heen bent, en dit te compenseren met materialistische dingen: “ I think I’ve made a massive mistake/ I’ve put you away/ and exchanged you”. Dat dit niet de meest gangbare manier is om over een relatie heen te komen lijkt ze zelf ook te begrijpen: “My feelings are slightly misshaped”. Het nummer is met zijn tribal-aandoende ritme ook meteen een goed voorbeeld van de stijlen waarin Micachu rondfladdert.

De donkere en ironische lyrics komen waarschijnlijk het meest tot hun recht in het nummer ‘Just in case’ waarin de volgende frase voorbij komt “No I won’t have sex ‘cause of STDs”. En dan, aan het eind van het album, komt eindelijk de beloofde stofzuiger om de hoek kijken in het nummer ‘Tell me well’. De stofzuiger past zo goed in het nummer dat je jezelf bijna begint af te vragen waarom stofzuigers niet in de categorie ‘instrumenten’ maar ‘household appliances’ vallen.

Op het eerste gehoor klinken de nummers van ‘Jewellery’ lekker poppy: vrolijk, toegankelijk en soms zelfs dansbaar. Maar zoals vaak bij de betere popnummers blijkt het allemaal gelaagd te zijn, met donkere teksten (voor zover verstaanbaar dan, soms klinkt het allemaal iets te lo-fi) die zelden bij de vrolijkheid van de muziek schijnen te passen. Bij het vaker beluisteren van het album blijkt dat er echt is nagedacht over hoe de nummers in elkaar steken, maar wat verwacht je dan ook van een studente composities? Jammer is echter dat door de korte duur van de nummers je binnen een half uur door het hele album heen bent. Album van het jaar? Wat mij betreft niet, wel een boven gemiddeld goed en fris debuut.

7.3/10